maandag 7 september 2009

Nous sommes arrivés pres de chez vous


Rakketok-tek-tok
Rakketok-tek-ték
Rakketik-tok
Tok-tok-ték-TOK

Rakketok-tek-tok
rakketok-tek-ték
Rakketik-tok
Tok-tok-ték-TOK-TOK-TOK-TOK-TOK

Toch maar even wat gas minder. Krijgen we dat weer! Ik heb een soort deja-vu van de motorproblemen die we bij ons vertrek uit Nederland hadden. Een zware knoop draait zich langzaam strak in mijn buik. Dit klinkt onheilspellend. De schroef zit los, denk ik. Of de schroefas staat op het punt om eraf te vallen. Zoiets. We varen de laatste 15 mijl richting Camaret, een haventje in de buurt van Brest, Bretagne. Het is alweer donker en we zijn al een uurtje of 30 onderweg. De meest geweldige zeiltocht die ik tot nu toe heb meegemaakt. Links van ons het eiland Ouessant. We varen er al uren langs, maar omdat de wind is afgenomen schiet het niet erg op. Vandaar die motor.

Nog maar een uur geleden werden we belaagd door een stuk of dertig dolfijnen. Dat zijn van die grote kleurloze grijze zeezoogdieren die alle vis opeten. Hun adem onwelriekend, hun vinnen onverzorgd. Ze proberen onze voorpunt te raken, gelukkig lukt het ze geen van allen, al scheren ze er telkens rakelings langs. Gezwoegd hebben we op die voorpunt. Bloed, zweet en uren poetswerk. Dat laten we niet door zo’n stel gladjakkers bezoedelen. Maar ze gaan te snel om te harpoeneren, en dus proberen we ze op film vast te leggen. Voor de kijkers thuis acteren we dat we diep geraakt zijn. Emotioneel getroffen door de gratie van de natuur, verpakt in een intelligent jasje. We doen net alsof deze visverslinders allerlei quasi menselijke eigenschappen hebben, en dichten ze een hogere kracht toe. De grootste van het stel kijkt me even indringend aan en ik voel een eeuwenoude herkenning en het is net alsof ik thuiskom van een lange reis. De krachtenlijnen komen samen op dit punt en een hernieuwde bezieling maakt zich van ons meester. De dolfijnen gaan snel weer weg en ik zet een bak koffie. Dat hebben we dus ook weer gehad. Het blijven dus gewoon zoogdieren. Zoals bijvoorbeeld lama’s dat ook zijn. Alleen zonder haren en ze kunnen verdomd mooi zwemmen. Laat je verder niks wijsmaken.


De stroom staat langzaam steeds harder tegen dus de snelheid zakt naar 3 knopen. Als je denkt dat je er bijna bent, en je moet nog 15 mijl, met 3 knopen snelheid…, dan ben je dus nog 5 uur aan het varen. En dan nu dit getik. Het wordt steeds erger. Een doordringend metalig getik dat lijkt te resoneren op de motortrillingen. Erg indringend, en steeds harder! Na een doorwaakte nacht is mijn vermogen om een nieuw motorprobleem te verwelkomen volledig verdwenen. Daar veranderen alle dolfijnen van de wereld niks aan.
De donkere kust van Bretagne laat af en toe een grote rots zien in het maanlicht. Sommigen met een grote vuurtoren erop. De meeste zonder. We varen er met drie knopen langs. Want meer gas geven durven we niet meer. De wind is weer weggevallen, dus als de boel er nu mee uitscheidt stromen we precies dwars op die grote rots daar rechts van ons. En zo kruipen de laatste mijlen voorbij in onzekerheid. Camaret doemt uiteindelijk op vanachter een donkere rotspunt en voordat we het weten liggen we vast, veilig en vermoeid in ons bedje te knorren. Alles is zout, maar we zijn 120 mijl opgeschoten in de goede richting. En hoe!

Hoe langer je ergens ligt, hoe moeilijker het is om er weg te varen. Het vertrek uit Falmouth was wat nerveus, want het waaide toch best hard. Zes Bft met vlagen zeven en een weerbericht waarmee we de haven van Enkhuizen al niet zouden zijn uitgevaren. Maar de wind komt uit de goede richting en gaat vannacht afnemen. Het is tijd voor vertrek. Om vier uur ’s middags gaat de Blauwe Pinquin er als een renpaard vandoor onder dubbel rif. Ondanks de harde wind zeilt ze als een zonnetje. De golven, waar we ons toch wel wat zorgen over hadden gemaakt, worden langzaam steeds hoger. De eerste tien mijl varen we volledig aan de hoge wal, in de beschutting van het land. De voor anker liggende zeeschepen schieten we voorbij. Eenmaal uit de beschutting van land groeien de golven snel, maar ons bootje glijdt er prachtig overheen. Af en toe ploft er een dikke smak water in de kuip, of in Miek’s nek, maar heel eng is het niet. De golven blijven wel groeien en groeien, terwijl de wind niet afneemt. Het waait zo’n 25 knopen en het gaat er ruig aan toe. De Blauwe Pinquin lijkt ervan te genieten. Door het dubbele rif heeft ze geen last van de wind en lopen we toch 7 knopen. De boot voelt goed aan en het is geen moment eng. Zelfs niet als we van een golf afvallen, de boot een schuiver maakt en ik door de kombuis geslingerd word. Ik vlieg een stukje door de lucht en land met mijn borstkas op een houten randje. Ik heb weer eens een paar ribben gekneusd. Gelukkig komt de lucht weer snel terug in mijn longen. De rest van de oversteek (en van de maand) doet bewegen wat meer pijn dan normaal.

Als ik een paar uur later in het donker aan het roer zit waan ik me een motorcrosser. We scheuren over het berglandschap, springen van heuveltjes en racen langs glooiende hellingen. Dit is echt heel gaaf. Met een handje aan het roer bestuurd, scheurt Zeven ton Pinquin over het door de volle maan beschenen eindeloze heuvellandschap. De boot gaat flink tekeer, maar alles is onder controle. De wind is Noordwest en wij racen Zuidwaarts. De mijlen schieten voorbij. Na twee uurtjes in haar bedje wisselt Miek me af en mag ik plat. Onderdeks is het niet lang uit te houden, tenzij je snel gaat liggen. Mijn nieuwe zeekooi ligt heerlijk. Ik heb een gat in het schot gezaagd voor mijn voeten en daar lig ik van te genieten. Van slapen komt nog niet heel veel. We wisselen elkaar telkens na twee uur slaap af en als het licht wordt zijn we al best dicht bij Bretagne in de buurt. We zijn wat westelijker gevaren zodat we halverwege nog kunnen besluiten om door te gaan naar Spanje. De weerkaarten die ik ’s ochtends vroeg binnenhaal zeggen echter genoeg: we gaan gewoon naar Bretagne. En dus varen we veertien uur later met een ingekakt windje, een hoop dolfijnen en een vervelend tikje op Camaret af.

De motor heeft het gehouden, en het ontbijt is er een met verse baguette en croissants, in het ochtendzonnetje. Heerlijk zondags. Het is vandaag tevens de eerste zondag van September. En dan vindt hier traditioneel de Pardon de Notre Dame de Rocamadour plaats. Dat is een mis en processie voor de zee en de zeevaarders en voor hen die door de zee zijn verzwolgen. Dat wisten wij ook niet, maar we komen er nu van heel dichtbij achter wat het allemaal inhoud. De hele processie komt namelijk door de jachthaven waar wij eerste rang liggen. De pastoor en misdienaars doen zwemvesten aan en stappen aan boord van een boot. Wij zijn vanachter een jus d’orange getuigen van dit alles. Het gehele dorp is uitgevaren en kijkt over onze schouders vanaf het water mee. Dan varen ze de haven uit en een stukje de zee op, gevolgd door zo’n beetje alles wat drijft in het dorp. Vanaf de pier, waar we even heen gehold zijn, kunnen we alle bootjes met de pastoor in het midden mooi zien varen. Een bloemstuk wordt te water gelaten en alle bootjes proberen er even langs te varen, geeft dat geluk? Een mooie ceremonie, zomaar ineens aan de ontbijttafel. De mensen hier zijn erg met het water verbonden, en ze houden hun tradities in ere. Dat zie ik dolfijnen nog niet doen.


’s Middags gaan we op zoek naar het getik in de motor. Alleen als de schroef draait tikt het, dus we binden de boot goed vast aan de kade en geven gas. Het geluid komt toch van buiten, en dus moet ik mijn kleren uit en mijn snorkel om. Ik ben bang dat de schroef los zit. Eenmaal verkleed in mijn strakke super Speedo, duik ik gracieus onder water. Een dolfijn, hoor ik u denken? Niks dolfijn. Want hoe vaak heeft u Flipper en\of zijn vrienden een loszittende schroefas-anode zien demonteren? Precies!
Die anode zat los, en tikke-takte er driftig op los. En nu dus niet meer, want ik heb hem eraf gedraaid. Nu nog even een nieuwe anode kopen en we zijn weer tip-top. En dat is een hele grote opluchting! Het weerbericht ook. Harde wind, maar wel de goede kant op. Waarschijnlijk vertrekken we woensdag richting La Coruna.
Verder niks bijzonders.

Ben
Naar het zuiden

5 opmerkingen:

  1. Als de zelfredzaamheid groter wordt, onstaat daaruit een itiratieve grootheid met kans op geschiedschrijving! Vanavond Pizza Salami !

    BeantwoordenVerwijderen
  2. Hallo Ben en Miek

    Ik kreeg jullie 'blogspot adres' van Atty.
    Wat schrijven jullie ontzetten leuk over jullie tocht. Het is gewoon een spannend vervolgverhaal. Ik moet elke avond even kijken of er weer nieuws is.
    Ik wens jullie een geweldige reis toe en ik blijf jullie volgen.

    Groetjes Jeichina Hovingh

    BeantwoordenVerwijderen
  3. Ik zie de toekomst.......
    dolfijn-paëlla in Villa Riba!

    goeie reis!

    BeantwoordenVerwijderen
  4. Lieve Anne en Ben,

    Eindelijk dan ook een berichtje van mij.
    Wat een geweldige verhalen zeg!
    Wij zijn net terug van 2 weken Dominicaanse Republiek, en ik heb mezelf net even ge-updated met al jullie nieuwe verhalen.
    We hebben op vakantie veel catamaran gevaren en we hebben nog even overwogen om jullie met een bezoekje te verassen. Alleen zouden we dan onze terugvlucht missen en ook de bruiloft van Wessel en Esther. Dus helaas, misschien volgend jaar ;-)
    Ga zo door met jullie verhalen en natuurlijk ook met de wereldreis.
    Bon Voyage.

    Heel veel liefs,

    Lianne

    BeantwoordenVerwijderen
  5. Goeie verhalen stelletje zeeschuymers. Die dolfijnen zijn uiteindelijk harteloze krengen althans, zo heb ik dat op de Biscaje ervaren toen ik ze door een reddingsboei wilde laten springen. Dat komt dus echt alleen maar voor in Dallas. Wat wel space is is wanneer de zee fosforiserend groen is (als het een tijd niet gewaaid heeft en dan ineens weer gaat waaien). Dan springen de flippers als radio-actieve zee-aliens door de lucht en ga je twijfelen
    of je nou net een stukkie scheepsbeschuit hebt genomen of toch een halicugeen uit de boord apotheek. Hoe was de pasties in Camaret?
    Echt mooi daaro met al die stroomgaten en vuurtorens. Als jullie de kans hebben moet je absoluut nog even Dournanez aantikken. Een van de mooiste plekkies op aarde. En als de Biskaje jullie gunstig gezind is dan is Bilbao ook echt helemaal te gek. Je kan daar de rivier opvaren tot voor het Gugenheim museum. Affijn, de beste stuurlui zitten hier in een boshut in Rhenen. We duimen voor een mooie bakstagwind op de Biskaje en geniet zo van de
    Baskische gastvrijheid in Coruna.

    Good winds amigo's

    BeantwoordenVerwijderen