vrijdag 20 januari 2012

Simonstown


We zitten achter een curry aan boord van een prachtige klassieke schoener in de baai van Simonstown. Het waait windkracht 8 maar de windvlagen zijn nog veel harder. Na de borrel in het clubhuis worden we uitgenodigd om een hapje te komen eten aan boord bij Keeran. Zijn boot, de Lilly Bolero, is echt een plaatje. Een stoer schip waarmee hij met wisselende bemanning de wereld over scharrelt. We worden kletsnat in zijn bijboot maar we zijn er zo. Benedendeks is het goed toeven. Als ik aan dek kom merk ik pas hoe hard het waait. Het is een mijl terugvaren naar de jachthaven, maar in deze wind is dat levensgevaarlijk dus blijven we maar aan boord slapen. 's Nachts slaat de bijboot van Keeran los en te pletter op de rotsen. Er zijn alleen nog maar kleine stukjes hout van over als hij in het eerste daglicht met zijn wetsuit aan op onderzoek gaat in een kayak. Zijn buitenboordmotor ligt op de bodem en het waait nog steeds hard. Hij reageert als een echte zeeman. “Balen, maar niks aan te doen. Koffie iemand?”

Waar ons laatste verhaal stopte gierde de wind ons om de oren. De bergwand waarlangs de wind accelereert op nog geen 200 meter aan bakboord. Simonstown in de verte. De wind trekt aan. Eerst 30 dan 35 knopen. We lopen ruim 8 knopen. De jachthaven van Simonstown half verscholen achter een grote Marinehaven. We vinden beschutting achter de gigantische havenmuur van de marinehaven en gooien de zeilen neer. Het waait nu wel heel hard en onze motor heeft moeite om tegen de wind de haven in te varen. We worden achteruit geblazen in een dikke vlaag en draaien nog maar een rondje. Uiteindelijk komen we tegen de wind in en kruipen de haven binnen. Genoeg handjes op de kade om onze lijnen aan te pakken. Een warm weerzien met een hoop vrienden en tijdens de borrel in het clubhuis van de jachtclub toasten we op Oma Stiek.

Twee dagen later zijn we aan boord van de gouden huurkoets van Vincent en Linda en cruisen we door de woestijn rond Oudtshoorn. Linda heeft allerlei geweldige plekjes opgesnord. Zo overnachten we in onze eigen safaritent met uitzicht over een mooie vallei. Terwijl Miek en Linda in het zwembad liggen met een drankje en zeedieren na doen, steken de gebroeders Rutte de braai aan. Onze eigen tent heeft een balkon rondom met een jacuzzi onder de sterren. Wat een geweldige plek. Wat volgt is een roadtrip van een paar dagen met heel veel lol, bergpassen, grotten en wijnproeverijen.

Als klap op de vuurpijl dineren we bij het meest gerenommeerde restaurant van Zuid-Afrika. Le Quartier Francais in Franschhoek. Daar spetteren de tovervonken van je bord en eten we lekkerder dan we ooit hadden kunnen bedenken. Als we op vrijdag afscheid nemen van Vincent en Linda in Kaapstad duiken we een internetcafe in voor een geheel nieuwe ervaring. Letterlijk geheel nieuw, want hoe vaak bent u al live via skype bij een uitvaart geweest? Omringt door emailcheckende backpackers en moppentappende medewerkers zijn we er toch een beetje bij en dat is heel fijn.


Nu zijn we alweer een paar dagen aan boord. Ons nieuwe grootzeil is gearriveerd. Helaas heeft de zeilmaker een rekenfoutje gemaakt en bleek het zeil veel te klein. Nu moeten ze dus een heel nieuw zeil maken, erg zonde van alle moeite en materialen. Simonstown is echter een prima plek om te verblijven en we houden het hier nog wel even uit. Ian, onze Zuid-Afrikaanse buurman heeft ons zijn auto uitgeleend en we combineren bootklussen met toeristische uitstapjes. Zojuist hebben we de boot verlegd. De Pinquin ligt nu buitenop Lilly Bolero die vanavond een groot feest geeft en daarvoor in de haven is komen liggen. We doen niet aan goede voornemens maar we zullen proberen weer wat vaker ons blog bij te schrijven want er gebeurt genoeg.


groet
Ben en Miek

zaterdag 7 januari 2012

Geen vis meer zien



"Ik werd pas drie dagen later in het ziekenhuis wakker" zegt Roy als hij zijn bakkie het haventerrein afstuurt. "Ik was kennelijk neergestoken door mijn eigen bemanningslid. Bijna doodgebloed en op straat achtergelaten. Daarna ben ik maar gestopt met drinken." Roy zegt het bijna terloops. Twee jaar staat hij nu droog. "En dat bevalt toch beter." Ik zit naast hem in zijn bakkie, Afrikaans voor pickup-truck. Hij geeft me een lift naar het benzinestation om diesel te halen. Hij is zetschipper op een klein vissersbootje en wacht al een paar weken om uit te varen. Maar de vis blijft weg. "Als ze 40 mijl verderop in Stilbaai wat beginnen te vangen dan varen we uit. Eerder heeft geen enkele zin."

Maar die vis had daar 2 maanden geleden al moeten zijn. Hij zucht. "Die gasten van mij weten zich ook geen raad en zetten het op een zuipen." Zijn kop zit vol groeven van zon en zout, en ook van zorgen. Zijn blauwe ogen staan fel, maar hij kijkt verdrietig. Hij gebaart om zich heen naar de Mosselbaaise straten. Veel lege panden en vergane glorie. Als ik mijn jerrycans sta vol te gooien komen er twee stomdronken bemanningsleden van zijn schip aanwaggelen. Volgetatoeëerd en Afrikaans pratend met dubbele tongen. Roy is hun man. Een gekke Hollander die op zo'n piepklein bootje de wereld omzeilt kunnen ze ook wel waarderen. Ik krijg een stevige handdruk. De mannen, loensend van de drank, blank en begin veertig, zijn aan zware slijtage onderhevig. Slechte gebitten, eelt op de vuisten. Ruige gasten die het zwaar hebben. Het nieuwe politieke bewind is ze nou niet echt op het lijf geschreven. Als arme blanken bevinden ze zich sinds een paar jaar onderaan de voedselketen. En er is niks geen vis te vangen. Dus geen geld. De drank wacht ze elke dag geduldig op. "Misschien varen we volgende week. Toch? Roy?" Roy lacht ze toe. "Wie weet jongens." En we scheuren weer naar de haven, mijn volle dieseltanks achterin het bakkie.

Mosselbaai was de enige schuilplek toen bleek dat we de lagune van Knysna niet in konden varen. Deze lagune heeft een zeer smalle entree, en toen wij daar op 1 januari om 7 uur 's ochtends langsvoeren braken er vier meter hoge golven over de volle breedte van de ingang. Levensgevaarlijk vond ook de reddingsdienst die ik even had gebeld. En dus werd het een ruige en uiterst zoute tocht tegen aantrekkende wind naar Mosselbaai, 45 mijl verderop. En daar liggen we drie dagen langszij een vissersschip. Gemengde emoties in het nieuwe jaar, want Miek hoort dat haar oma erg ziek is en ik krijg uiterst slecht nieuws over de gezondheid van mijn studiemaatje Richard. En zo slijten we drie mooie dagen tussen vissers en toeristen. Vincent en Linda, op weg naar Knysna, logeren een nachtje aan boord en ik bak een Heek-filet van twee kilo tot lekkerbekjes om dat te vieren. Volgende week reizen we nog een paar dagen samen door het land.






Nu wachten we totdat de wind weer terug naar Oost draait. En wachten onze vissers op vis in Stilbaai. Ik drink een biertje met Bruno, de buurman als dank voor de vis die we van hem kregen. Lekkere Panga die we bakken met knoflook en gember. Hij kan geen vis meer zien, heeft er al teveel van gegeten. Ook hij heeft geen cent te makken en vertelt over de betere tijden. De beveiligers die de haven moeten bewaken verdienen ook maar een zeer mager loontje. Toch zijn de zaken voor hun anders. Het zijn zwarte jongens en meisjes en dit baantje is voor hun duidelijk een gigantische sprong voorwaarts. Omdat we geen havenpasje hebben, moeten ze telkens de poort voor ons opendoen. Onze boodschappentassen vinden ze dan heel interessant. Ze vragen geregeld of ze wat van de boodschappen mogen hebben, of wat geld. Ik weiger telkens met een grapje of een mengeling van verontwaardiging en beleefdheid. Uiteindelijk moeten zij natuurlijk wel het hek voor ons van slot halen.






Nu varen we met bijna acht knopen af op Simonstown, iets ten zuiden van Kaapstad. We hebben vannacht Kaap Agulhas gerond en zijn dus weer officieel in de Atlantische Oceaan. Drie oceanen hebben we er nu opzitten. De zon schijnt fel op Kaap de Goede Hoop die we ten noorden van ons zien liggen terwijl we False bay binnen varen. Dan gaat de telefoon. Miek's vader vertelt dat Oma is overleden, zojuist. Om ons heen de prachtige natuur in de volle zon. De Tafelberg schuilt achter een dun wolkendekje ver aan de horizon. De zee is vol met leven. Een school met honderden dolfijnen op jacht gebruikt onze boot als verzamelplaats, zeeleeuwen schieten onder ons door op jacht naar sardines en haaien jagen op zeeleeuwen. Daarboven honderden vogels die zich wild laten neervallen. Een mooie plek om verdrietig te zijn.

Groeten
Ben en Miek

----------
radio email processed by SailMail
for information see: http://www.sailmail.com