vrijdag 29 oktober 2010

En de regen spoelde alles weg

Al ruim anderhalve week in Tonga en nog geen blogupdate, al bijna een week dertig en nog niks geschreven. Soms heb ik duizenden dingen die ik wil schrijven, nu lijken alle ideeen met de regen zijn weggespoeld. Want regen hebben we gehad, en veel ook. We waren wel blij met de regen, want de watertanks raakten leeg. Hier op Tonga is je drinkwater het regenwater dat je verzamelt. Eindelijk komt ons 1 m bij 1,5 m zeiltje dat we op Gomera gemaakt hadden van pas. Na wat puzzelen met touwtjes, de giek, een slang en ons anker, hebben we een goed afvoerend zeiltje hangen. Na 3 dagen wek ik Ben bruut uit zijn dutje op de bank. Onder zijn slapende lichaam zit de watertank en daar hoor ik een geluid. Ik draai de ontluchting van de tank open en water borrelt omhoog. In drie dagen hebben we zo'n 140 liter water opgevangen, blij maar verbaast kijken we elkaar aan. Nu mag het stoppen met regenen, de tanks, de douche en alle emmers zijn vol.



Ik ben nu een week dertig en dat voelt goed. Lange tijd heb ik geroepen dat iedereen boven de dertig oud is, die grens moet ik nu toch maar gaan verleggen naar veertig. Het voordeel is daarbij dat ik opeens een jonge man heb in plaats van een oude. Ben heeft erg zijn best gedaan om mijn verjaardag onvergetelijk te maken en dit is uitstekend gelukt. Oudjaarsavond begon al goed. Rond zonsondergang maken we kennis met Gerjan en Ans van SY Spirit, die ons uitnodigen voor een borrel. Na een paar uurtjes besluiten wij terug te gaan terwijl op de Spirit de kuip vol zit met gezellig borrellende cruisers. 's Middags op de markt kopen we spercieboontjes [die we sinds de Carieb niet meer hebben gezien en gegeten] en vinden we roti-pannekoeken. We smikkelen van onze vegetarische roti-variatie en besluiten cake te gaan bakken. Het worden een appel-citroen en een choco-banaan cake. Met de heerlijke geur van vers gebakken cake vallen we in slaap.

alles weer fris en schoon

De volgende ochtend om 6.30 uur hoor ik Ben met Keith praten op de SSB. Na het positierapport zet Ben de radio harder en hoor ik vanuit mijn bed 'Happy Birthday' gezongen worden. Als ik slaperig om het hoekje gluur, zie ik slingers en ballonnen. Ik stap uit bed en trek mijn feestjurk aan. Buiten in het zonnetje heeft Ben een stapel kadootjes voor me neer gelegd. Tijdens een ontbijt van cake en verse zoete ananas mag ik het uitpakken. Mooie kettingen, een fleurige bikini, een zak chips en drie machines schone was! Tijdens het onbijt komen Werner en Sonny voorbij, luidkeels zingend, Hoera! En niet veel later roept Clara ons op via de marifoon om op kanaal 17 voor mij te zingen. Ans, Gerjan en Harke komen op de koffie. Het is lang geleden dat er vijf nederlanders op de Pinquin zaten.
chips!

We hebben besloten dat er 's avonds kampvuur moet zijn dus 's middags zeilen we naar een andere ankerplek. Ik in mijn feestjurk met nieuwe ketting achter het roer, terwijl Ben binnen een dipsausje maakt bij de chips. Hoe toepasselijk, Bluebird penguinchips. Op onze nieuwe ankerplek gaan we aan land om hout te sprokkelen voor het vuur. Het is allemaal wel een beetje nat na alle regen van de afgelopen dagen, maar dat zal de pret niet drukken. We moeten nog even terug naar de boot om de hapjes, het bier, de wijn en de rum op te halen, maar zijn op tijd terug om samen van de zonsondergang te genieten. De Fransen komen naar het strand gevolgd door de Amerikanen en de Canadezen. Ik voel me heel erg jarig en als we tegen 3.00 uur terug roeien naar de boot besluit ik dat ik nog maar even jarig blijf tot 22 oktober in Nederland ook is afgelopen.
geen dertig zonder kampvuur

De volgende dag maken we de balans op. Acht nationaliteiten, 'Lang-zal-ze-leven' in vier talen, vijf media om gefeliciteerd te worden en 37 uur lang jarig . Toen Ben vijf jaar geleden zij dat ik maar een kosmopoliet moest worden, had ik niet geacht het zo ver te schoppen.

We hebben de rest van de week nog wat andere ankerplaatsen bekeken, gesnorkeld, grotten bekeken, de genua laten repareren en wat kleine reparaties uitgevoerd. Nu wachten we het goede weer af om naar Nuku A'Lofa te gaan in het zuiden van Tonga. Hier zullen we weer wachten tot het weer goed is om naar New Zealand te gaan. Op dit moment liggen daar al een heleboel boten te wachten en wij zullen ons bij hun aansluiten. We hopen dat de weergoden ons goed gezind zullen zijn zodat we voor begin December in New Zealand.

Wat het weer betreft weten we het ook niet meer. Voor we de Atlantische oceaan op gingen had iedereen het over El Nino. Blijkbaar heeft hij in de tijd die het ons heeft gekost om de Pacific over te zeilen tot Tonga een gender-operatie gehad, want we moeten nu rekening houden met La Nina, of zou het zijn evil-twin zusje zijn? Niemand weet het. La Nina is een feit, al kan niemand ons precies vertellen wat het inhoud, behalve dat het weer niet is zoals het hoort te zijn. Maar dit horen we al vanaf dat we Nederland verlieten anderhalf jaar geleden. Vroeger kregen de goden de 'schuld' van verschijnselen die men niet kon verklaren. Tegenwoordig is het magische woord 'La Nina'

Groeten
Miek, nu dertig jaar jong!

klimmen en zwemmen in de Swallow's cave

maandag 18 oktober 2010

Tonka in de Tonga trog


Quasi-wetenschappelijk expeditieschip Blauwe Pinquin is vanzelfsprekend uitgerust met een BINAS tabellenboek aan boord. Dit heerlijke boekje helpt ons af en toe bij het uitpluizen van opmerkelijke zaken op natuur- en scheikundig vlak, die wij onderweg tegenkomen. Zo hebben wij onlangs precies uitgerekend hoe lang onze windmolen bij windkracht 6 [25 knopen] moet draaien om de energie op te wekken benodigd om een volwassen cavia [gevild gewicht 500 gram] bijtgaar te frituren in een frituurpan gevuld met 2 liter ossenvet. Over de uitkomsten corresponderen wij met de Vereniging voor ecologisch onderlegde vegetarische huisvrouwen, die ons hierdoor een lidmaatschap tot ver in de 22ste eeuw hebben ontzegd.



De foto's zijn nog van Suwarrow

Aangezien we onderweg zijn van Suwarrow naar Tonga heb ik me al enige tijd verheugd op een ander experiment. Totaal nutteloos maar daardoor niet minder opwindend. Want! Vandaag passeren wij de datumgrens. Niet alleen dat, we passeren deze grens in een stuk oceaan met een diepte van bijna 10 kilometer! Jawel, de Tonga trog, en wij varen er over enige uren precies boven!

Wat is nu een trog? Denk aan een omgekeerd gebergte. Door plaattektoniek duwen grote aardschollen her en der op aarde tegen elkaar. Op sommige plekken schieten beide platen omhoog en geeft dat hoge gebergten, zoals de Alpen en de Himalaya. Op andere plekken duwen de aardplaten elkaar juist naar beneden, daar ontstaat dus een gigantische kuil, of trog. Er zijn maar een paar echt diepe troggen en de Tonga trog is daar een van. Op 10 kilometer diepte is het trouwens niet erg fijn toeven. De druk van een kolom water van 10 kilometer hoogte drukt alles plat. Denk wat er met je auto gebeurt als er een massief gouden wolkenkrabber van 500 meter hoog bovenop wordt geplaatst. [Of ken je die Tonka reclames nog van vroeger. Speelgoed auto's waar een olifant op kon staan.]

Vanwaar nu alle ophef? Mijn plan is om een speciaal daartoe geprepareerde kroonkurk van een flesje Hinano Bier [voorzien van Blauwe Pinquin initialen!] Vlak voor de datumgrens overboord te gooien. Ik heb grofweg berekend dat de kroonkurk er ongeveer 1,5 uur over doet om de tien kilometer diepte van de bodem te bereiken, terwijl hij door de heersende zeestroom over de datumgrens zal worden meegevoerd! Ergo, de kroonkurk zal er dus ruim 25 uur over doen om de bodem te bereiken! Ik gooi hem op zaterdagmiddag 16 oktober rond 15uur lokale tijd overboord en hij zal naar verwachting pas op zondag om 16.30uur op de bodem arriveren. Naar mijn weten de langste tijd dat een vrij vallend/zinkend voorwerp ooit onderweg is geweest binnen de dampkring van planeet aarde. En dat dus voorzien van Blauwe Pinquin initialen!

Voorwaar dus een dag die met trots de geschiedenis- en logboeken van de Blauwe Pinquin ingaat! Jammer alleen dat hij zo kort duurt, want door het passeren van diezelfde datumgrens kunnen wij er slechts enkele uren van genieten.



Suwarrow en Tonga

De overtocht tot nu toe verloopt uiterst rustig. Op een dikke bui met 40 knopen wind na, die we eergisteren tegenkwamen is het zeer rustig en staat er weinig wind. We hebben veel met de Gennaker gevaren, al is dat grote zeil nogal gevaarlijk als er buien in de buurt zijn. Sinds gisteren varen we tussen hele grote buien door en is de wind weggevallen. Gisteren was het humorloze vrijdag aan boord, evenals vorig jaar op de derde vrijdag van oktober. We weten niet precies meer waarom we deze dag hebben ingesteld, maar het is een groot succes, al kost het ons soms teveel moeite om onze koppen strak te houden en niet te lachen. De goden van de schaterlach zijn weer geeerd met een dagje geheelonthouding, al blijkt wel dat we dubbel zoveel lol hebben op humorloze dagen.

Sinds een uur staat zelfs de motor aan. We varen een vervelend weergebied binnen waar de lucht al enkele dagen volledig stilstaat en her en der dikke vieze buien leeg hangen te regenen. We hebben lang mazzel gehad maar de regen heeft ons nu toch ook bereikt. Of beter gezegd, wij zijn de regen ingevaren. Tonga is nog 80 mijl weg en de datumgrens is dichtbij. We laten de regen natuurlijk niet onze wetenschappelijke triomfen verpesten en dus geef ik de kroonkurk nog een laatste anti-roest behandeling met wat WD40 voordat deze belangwekkende gebeurtenis zijn voltrekking zal hebben.

Gegroet!

Ben

We zijn zojuist veilig gearriveerd op Tonga.






----------
radio email processed by SailMail
for information see: http://www.sailmail.com

zondag 10 oktober 2010

Niet voor de poes

Na een paar uur bijliggen komen we maandagmorgen vroeg aan op Suvarrov. De ingang van het atol is hobbelig, de stroom naar buiten botst tegen de deining en de wind die naar binnen willen. Het duurt even voor we een goed plekje voor ons anker vinden, want er zijn erg veel koraalhoofden. De oversteek was uitstekend, we hebben 800 mijl gevaren in zes dagen.

Suwarrow is een nationaal park, de enige bewoners zijn 2 parkwachters. Ze wonen op het hoofdeilandje van het atol en heten Apii en James. Hun huis doet dienst als Suwarrow Yacht Club, het is de ontmoetingsplaats voor iedereen. Nog geen tien minuten nadat we zijn geankerd meldt zich een Franse buurman met een uittnodiging. Vanmiddag tonijnlunch bij Appi en James. Er zijn zes andere boten geankerd. Een half uur later hebben we iedereen ontmoet en eten we versgevangen tonijn van de grill. Appi en James blijken uiterst goed volk te zijn. Het zijn grote robuuste kerels waar je vreselijk mee kunt lachen en die hier uiterst relaxt vertoeven. Het lijkt erop alsof ze zich vooral ten doel gesteld hebben om de zeilers een zo goed mogelijke tijd te bezorgen. Het behoud van het park en het observeren van alle natuur doen ze er gewoon nog even bij, en dat lukt ze erg goed.


De plek is adembenemend. Een groot atol met een paar prachtig begroeide motu's oftewel eilandjes. Het water is glashelder, we zien ons anker liggen op 10 meter diepte en het stikt hier van de haaien en ander zeeleven. We hebben continu een paar white- en blacktips rond de boot zwemmen. Er zwemmen grote humpback wales rond het atol, maar die hebben we zelf helaas nog niet gezien. In de pas, de ingang van het atol, stikt het van de vis. Als we er op dinsdag gaan snorkelen en vissen zien we haaien, morenes, Napoleon Brasses en honderden andere visjes. Apii, een van de parkwachters, neemt ons mee op vis- en snorkelexcursie. Na het snorkelen gaan we nog even vissen en met volle vaart door de hobbelige pas heen en weer varend met een paar lijntjes achter de boot vang ik een Barracuda. Erg lekker, en omdat er hier geen ciguatera [vergiftiging door bepaalde koraaldeeltjes] is kunnen we hem zo eten. We maken er curry van.

Op dag twee van ons verblijf hier gaan we op krabbenexcursie. Met een klein groepje in de aluminium speedboot van de parkwachters. Voordat we wegvaren stopt Apii de motor en doet een gebedje voor een goede vangst en een veilige terugkeer. Een half uurtje varen plus een half uurtje langs het rif lopen en we zijn bij een ander eilandje. Hier, verscholen onder de palmbomen wonen dikke cocoskrabben. Apii laat ons zien waar ze leven en hoe je ze kunt vangen. De krabben zijn gigantisch groot en beresterk. Omdat ze zo zeldzaam zijn vangen we er maar een paar. Als ik na een tijdje zoeken een reus vind die zich heeft verscholen onder een dikke steen komt Miek me te hulp. De krab is blauw met feloranje en hij is zo sterk dat we hem niet onder de steen vandaan krijgen. Zijn scharen zijn gevaarlijk, want daarmee knijpt hij normaal gesproken de cocosnoten open. Als we uiteindelijk de steen waaronder hij zit wegduwen kunnen we hem te grazen nemen. Na een flink gevecht hebben we hem uiteindelijk in onze jute zak en gaat hij mee huiswaarts. Daar dient hij als basis voor een groot feestmaal. Iedereen neemt iets mee, de parkwachters houden een kleine speech en we eten als koningen. De restjes zijn niet voor de poes, maar worden gevoerd aan de haaien. Een waar spektakel, tientallen haaien klimmen over elkaar heen bijna het strand op om wat eten te bemachtigen.

Het is hier een paradijsje. Letterlijk. Er is altijd wel iemand die een gigantische vis gevangen heeft, de zonsondergangen zijn indrukwekkend en de parkwachters zijn een soort veredelde speelkameraden. We snorkelen in de pas, op het rif, onder en rond onze eigen boot. De haaien zijn niet gevaarlijk als je alleen maar wat rondzwemt en onze haaienvrees wordt zienderogen kleiner. En we mogen elke avond douchen bij Apii en James. Hun regenwaterreservoir zit barstensvol, en we vullen ook al onze watertanks ermee.

Op donderdag gaan we op kreeftenjacht. Daarvoor moeten we eerst ruim een uur varen naar een eilandje aan de zuidkant van het atol. Daar slaan we om zes uur 's avonds ons kamp op. We spannen een groot zeil tussen een paar bomen en gaan lekker op het strand liggen slapen. Na een uurtje slapen begint het hard te regenen. Iedereen vlucht onder het droge zeil, maar doet verder geen oog dicht. Om twee uur ' s nachts gaan we met laag water het rif op. We zijn met zijn zessen en gaan in twee groepjes ieder een kant op. Het waait hard en is nog harder gaan regenen. Ik loop in mijn korte broek en t-shirt en ben volkomen doorweekt. Het rif staat half onderwater en door de harde wind kan ik met mijn koplamp niet alle gaten in het rif zien. Mijn pet waait van mijn hoofd en ik val half in een gat in het rif. Het koraal prikt door de zolen van mijn schoenen en de kreeften laten zich niet zien. Miek loopt iets verderop en is ook doorweekt. Dan opeens lichten er een stel rode oogjes op in het donker. Kreeften! Als we er een willen pakken schiet hij razendsnel weg. Na een tijdje hebben we het door en vangen we onze eerste kreeft. Hij maakt een klapperend geluid want hij is het er niet mee eens. Onze Oostenrijkse metgezel Walter heeft nog meer succes, hij vangt er een stuk of drie achter elkaar. Na een tijdje lopen we weer terug, hopend dat we het zwakke lichtje van ons kampement weer terug kunnen vinden. Het waait en regent nu voluit, maar we hebben een paar kreeften en kunnen tevreden huiswaarts. We zien in de verte drie lichtjes naderbij komen, dat zijn de anderen. Ook zij hebben een paar grote kreeften gevangen en zijn doorweekt tot op het bot.

Terug onder het droge zeil tukken we nog een paar uurtjes totdat het licht wordt en varen dan terug naar huis. Het feestmaal is dit keer nog feestelijker want iemand anders heeft in onze afwezigheid 2 tonijnen van elk 15 kilo gevangen. Ik maak een couscoussalade en we eten onze zelfgevangen kreeft, gegrild, gekookt en gestoomd. De tonijn wordt deels als sushi geserveerd, deels gegrild en deels rauw in cocossaus gemarineerd. Wat was het lekkerst? Geen idee. En dus geen klachten vanaf Suwarrow: We genieten hier met alle zintuigen van de natuur.


Groeten
Ben

----------
radio email processed by SailMail
for information see: http://www.sailmail.com

maandag 4 oktober 2010

Hoemperd of hoempert?

We gaan na Suwarrow. Suwarrow S-u-w-a-r-r-o-w. Bij het zeggen van deze naam zie ik lange bontmantels, dikke wanten, warme mutsen, hoge laarzen, sneeuw, ijs en wodka. Maar na het lezen in de pilots weet ik dat het eiland Suwarrow voor mij een nieuw tropisch paradijs is. Een atol met enkele eilandjes met namen die tot de verbeelding spreken, Turtle island, Gull island, Anchorage island, Whale island, The Seven islands en One Tree island. Vooral bij deze laatste vraag ik me af of er inderdaad maar een boom staat, en wat als er andere bomen gaan groeien? Kappen ze die? En wat als die ene boom omwaait? Hebben ze dan een reserve? Morgenochtend hopen we aan te komen bij dit tropische paradijs om ons anker te laten vallen, inderdaad bij Anchorage island.

Dat Suwarrow Russisch klinkt is omdat het Russische schip de 'Suvarov' dit eiland in 1814 aandeed, niet als eerste maar wel degene die het eiland haar naam gaf. Het eiland is een natuurpark. Tijdens het zeilseizoen wonen er twee mensen op het eiland die de boel in de gaten houden. Deze mensen wonen hier acht maanden per jaar. Ze worden na het orkaanseizoen gebracht met een grote lading voedsel om ze na acht maanden voor het orkaanseizoen weer op te halen. Er is geen scheepvaart die het eiland aandoet, noch een veerboot, noch een vliegtuig. De enige manier om er te komen is met je eigen boot. En ik voel me bevoorrecht dat ik daar over 70 mijl ook een kijkje mag nemen.

De boot glijdt en danst weer over het water, voortgestuwd door de wind. Ze doet waarvoor ze is ontworpen, zeilen. Ik zit buiten in de kuip en hou de wacht. De zon schijnt, de lucht is bijna onbewolkt en de golven gooien ons zo nu en dan opzij. Er vliegt een vogel voorbij. 'Dag vogel' Hij neemt ook een kijkje bij de tonijnplug die we achter de boot aanslepen. Omdat dit niet de eerste vogel is die denkt dat dit een lekker visje is, roep ik ' afblijven, die is van ons!' Misschien dat hij het verkeerd begrepen heeft, want een paar minuten later deponeert hij twee grote witte klodders poep om mijn kuiten. En ik had me laatst nog wel voor genomen dat 'niet poepen' een overbodige uitroep was naar overvliegende vogels. Dit voornemen is overboord. Maar er is een licht puntje. Binnenkort heeft Nederland 500 dierenpolitieagenten. Ik hoop dat zij hard zullen optreden tegen vogels die dit soort grove overtredingen begaan. Zet ze met pek en veren de grens over!

Terwijl de dagen langzaam in elkaar over gaan en Suwarrow dichterbij komt, val ik in slaap. Ik zeil samen met Ben op onze Pinquin door een oerwoud met de meest gigantische bomen, prachtige stammen en lange lianen. Af en toe moeten we een boom ontwijken, maar over het algemeen gaan we prachtig vooruit met de wind in de rug. Vanuit het oerwoud komen we op een meer. Een meer zoals de Beulakerwijde bij Giethoorn. Ben gaat naar binnen en ik hou de wacht. Als ik even niet oplet zit ik in een veld vol met boeien, tonnen, prikken en waarschuwingsborden. Ik roep naar Ben dat hij de computer aan moet zetten en naar buiten moet komen. Hij is bezig met een kort broek aandoen en is hier zo druk mee bezig dat ik maar even moet wachten. Ik ben buiten druk met het ontwijken van alle boeien, tonnen en prikken en lees op de waarschuwingsborden 'Hier ver vandaan blijven' 'Kernenergie' 'Ga weg' 'Uranium' en 'Plutonium'. In het midden van het veld boeien zie ik de zee in een soort kuil verdwijnen. Ik navigeer ons langzaam verder bij deze kuil vandaan. Opeens ben ik niet meer aan boord en ren ik door sneeuw en over ijs in hagelwit ondergoed. Ik ren tussen mensen door die hier op strandstoelen liggen. Zij zijn hier met vakantie. Sinds de kerncentrale niet meer in gebruik is, wordt het gebruikt als een speciale vakantiebestemming. Ondanks het rennen heb ik het koud. Eindelijk kom ik bij een trap, een trap naar beneden. Als ik de trap af wil gaan, roept een Chinese dame me. 'he jij daar, die zo fatsoenlijk gekleed gaat'. Ze staat voor een Chinees restaurant. Ik heb haast maar vraag haar wat er is. Ze vraagt of ik de keuken schoon wil maken in ruil voor eten. Als ik haar vraag wat ik te eten krijg, laat ze me twee foccatia's zien en een pizza en vertelt dat als ze dit maakt voor me, dat ze er maar een klein handje popcorn bij kan maken...Ik neem het aanbod aan. Opeens ben ik weer met Ben op het meer. Hij is nog steeds bezig met zijn korte broek. Ik zie stenen boven het water uit steken en een pilaar met een Nederlandse vlag. Deze vlag is de markering van de ondiepte. We moeten gijpen, maar zonder Ben kan ik niks. Ik doe mijn best de stenen te ontwijken en roep nogmaals dat hij moet opschieten. Als ik tegen een rij stenen dreig op te varen zie ik een zandbankje. Ik probeer te gijpen maar de boot wil niet draaien. Heel rustig komt de boot hier tot stilstand in het zand. Eindelijk komt Ben naar buiten. Hij trekt de fok bak en we varen weer tussen de stenen door. Tot we een opening missen en op de stenen tot stilstand komen. Ben springt in het water en tilt de rotsblokken aan de kant. De rotsen zijn gigantisch groot en Ben zegt 'wel zwaar die stenen'. Als ik ook een kleine steen wil optillen om te helpen, is dit te zwaar voor mij. De rotsen zijn wit en bruin, donker en licht en glimmen als gepoetst marmer. Uiteindelijk varen we verder. We komen bij een stroomversnelling en een waterval. We kunnen hem niet ontwijken en komen onderaan de waterval klem achter een dammetje. Ik kijk om ons heen. Geen water, maar verderop ligt een grote tanker in een soort van droogdok. We lopen er heen om te kijken waar het water is. Een van de werknemers vertelt ons dat er geen water is. 'Maar deze schepen dan' vragen we. 'Deze zijn voor het Panamakanaal' is zijn antwoord, alsof daarmee een verklaring is gegeven. Dan gaat de wekker en zeilen we nog rustig onder de sterrenhemel over de stille oceaan, zonder boeien, kerncentrales, watervallen of andere gekkigheid. Tijdens mijn wacht probeer ik mijn droom te verklaren, maar dit leidt tot niets, behalve een goed verhaal.

Na een aantal dagen op zee lijkt je brein anders te gaan werken dan aan land. Zo kwam het vannacht tot het volgende gesprek en hebben we jouw hulp nodig om het op te lossen.
De postdoos die we bij vertrek hebben gekregen, heeft voor elke eerst van de maand een envelopje met een puzzel. Het varieert van sudoku, kruiswoordraadsel, zoek de verschillen, cryptogram tot een woordzoeker. En de eerste oktober was het een quizwoordzoeker (het antwoord op de vraag moet je dan in de woordzoeker wegstrepen). Bij de aflossing van de wacht vraagt Ben aan mij 'Heb je nog zo'n rebus?'
'Rebus?' vraag ik verbaasd.
'Ja, zo een als vanmorgen.'
'Nee, dat was een quizwoordzoeker.'
'Quizwoordzoeker? Wow dat is een goed woord voor scrabbel, een Q en tweemaal een Z!'
'Maar dan zijn er weinig mensen die dit woord kennen.'
'Tja, 't staat vast niet in de dikke Van Dale.'
'Maar woorden die we beiden kennen en het over de spelling eens zijn mogen toch ook? Zoals HOEMPERD met een D.'
'Met een D? Echt niet! Met een T, hoempert is met een T.' is zijn reactie.
'Hij heeft last van hoemperd, dat is met een D.'
'Maar het is een zelfstandig naamwoord.'
'Ja zeg ik,' net als HOND, begint ook met een H en eindigt op een D'. Ik overrompel Ben met mijn top-argument. Na enkele seconden antwoord hij 'Maar HUT is met een T.'
Kortom wij komen er niet uit. Wat denk jij Hoemperd of Hoempert?

Groeten vanaf 12' 53,8 Z 161' 52,5 W
Miek

----------
radio email processed by SailMail
for information see: http://www.sailmail.com

vrijdag 1 oktober 2010

Onderweg naar Suwarow

Het blauw van de oceaan is weer zoals het moet zijn. Diep levend blauw, als het bloed van de allermooiste planeet die je kent. De tijd tikt om naar Nieuw Zeeland te varen, dus we hadden het even benauwd. Het was een poosje dreigend donkerblauw, dat ons omringende oceaanwater, want we hadden geen idee hoe erg ons motortje eraan toe was.

Na 3 maanden verlaten we Frans Polynesië in de overtuiging dat we hier weer naartoe gaan. Ooit. Ooit is een vage belofte, maar we hebben gemerkt dat als je ervoor kiest, vage beloftes snel en concreet je leven in kunnen galopperen. Als een stel ondeugende ridders op kerngezonde paarden. Niets is leuker om te beseffen dat jij de baas bent over die ridders. Maar je bent ook hun knecht, en je moet hun harnassen poetsen tot je handen bloeden. En de paarden voeren en de zwaarden slijpen. Dat gaat ook niet vanzelf. Maar dan ben je de koning van je eigen leven, en voordat je het weet zet je je troon op weer een ander uniek plekje van de wereld.

Onze troon is onderweg naar een piepklein atolletje midden in de oceaan. We varen met zes knopen in de richting van het atol Suwarow. Onze motor heb ik weer gefixt al hebben we hem momenteel niet nodig. We racen met 15 knopen wind en stroom mee over hele hoge golven noordwest-waarts en hebben nog zo'n 400 mijl voor de boeg. De mensen van de werf in Raiatea hebben ons fantastisch gematst. We betalen uiteindelijk maar een prikkie voor hun hulp, advies, onderdelen en liggeld.

CNI Raiatea Carenage is de werf
de mensen zijn er lief maar het stinkt er naar de verf
problemen groot of klein, je krijgt er altijd goede raad
en het fijne gevoel dat het ze niet alleen maar om de centen gaat
De wasmachine die er staat wast witter dan het witste wit
en de oude werfbaas klappert soms wat met zijn kunstgebit
maar neem het hem eens kwalijk, hij runt een uiterst puike tent
Ga er beslist eens kijken als je in die streken bent

Om de beentjes weer even op de grond te krijgen: een van de drie verstuivers was gaan lekken zodat er in een cilinder dus geen compressie meer was. Bij onze Volvo zitten de verstuivers in speciale koperen hulzen die in het blok geperst zijn. Die huls zorgt voor een goede afdichting. Die afdichting was dus niet goed meer, maar de huls kon niet worden vervangen. Alleen supergetalenteerde en in geheime Zweedse bossen gedrilde Volvo monteurs met speciale tools kunnen die hulzen eruit trekken en vervangen. Je raadt al dat die niet in de buurt waren. Sterker nog, het gehele continent Oceanië moet het zonder zo'n kunstenmaker stellen.

Dus moesten we iets anders verzinnen. Larry, onze Canadese vriend van de boot Tao8 hielp mee en fungeerde als 'senior mechanical adviser'. Uiteindelijk hebben we een koperen ring op maat gemaakt die we onder de verstuiver konden leggen. In al mijn drieste amateursleutel-aandrang heb ik nog wel eerst het schroefdraad van de retourleiding op een der vertuivers gesloopt, een banjerbout gebroken en het binnenschroefdraad van een dieselfilterbehuizing geschandaliseerd. Met hulp van Larry en Thierry, de mecanicien van de werf, is alles uiteindelijk helemaal in orde gekomen. Alle verstuivers zijn nog even getest op de testbank en Thierry wilde niets hebben voor zijn hulp en advies.

Hoera dus, en hopen dat de motor heel blijft. Na zo'n tijd weer de zee op gaan is altijd spannend, ook zonder motor reparaties. Binnen in het atol is het rustig en kalm en veilig, buiten staan dikke golven en heersen andere krachten. Nu we eenmaal weer een flink stuk de oceaan op zijn komen we weer in de greep van het leven op het water. Wij alleen met de boot, de golven, de wind. Alles moet heel blijven, de buitenwereld is heel ver weg. Een overzichtelijk bestaan.

Ik verheug me op onze bestemming en geniet van het zeilen. Miek maakte zojuist ontzettend lekkere tortilla's en ik probeer iets te vangen met onze sterk verbeterde cederhouten tonijnplug. Aan ons ongeplande bezoek aan Raiatea hebben we goede herinneringen overgehouden en de eilanden die we gisteren heel dicht gepasseerd zijn, Bora Bora en Maupiti zien er veelbelovend uit. Die vage belofte aan onszelf gaan we inlossen, al moeten we daarvoor nog een hoop harnassen poetsen.

Groeten
Ben

----------
radio email processed by SailMail
for information see: http://www.sailmail.com