zaterdag 29 augustus 2009

Ex-Billy


Dat is dus niet de ex-vriendin van iemand die hier in de haven ligt. Het is ook geen uitgebrande IKEA boekenkast, maar het restantje van een tropische storm die hier van de week voorbij kwam. Zo’n tropische storm dooft langzaam een beetje uit en komt dan over de oceaan naar Europa. Het viel allemaal wel mee met de storm, maar er zat teveel wind in om rustig de Biskaje mee over te varen. Na Billy zou er vanaf vandaag een ‘gaatje ’ontstaan waarin we mooi richting Spanje konden floepen. Maar op vrijdag bleek daar al geen sprake meer van te zijn, we moesten of heel snel naar Brest, Bretagne, of minstens nog een paar dagen hier blijven. De keuze was snel gemaakt, en dus zijn we in ieder geval nog wel een dag of vier in Zuid West Engeland. De weerkaarten laten weinig goeds zien, een dikke depressie is alweer onderweg en woensdag gaat het hier snokhard waaien. Wij gaan dus maar even de toerist uithangen in deze prachtige omgeving. Een stukje zeilen en ergens op de rivier ankeren. Geen schande, maar we willen die Biskaje liever achter ons hebben. Het wordt langzaam een beetje een grote dreigende berg die we nog over moeten, maar waarvan de bergpassen dreigen dicht te sneeuwen omdat de winter in aantocht is.

Er bestaat zoiets als de harbour-disease. Hoe langer je ergens ligt te wachten op mooi weer om over te steken, hoe makkelijker je uiteindelijk geneigd bent om met relatief slechte voorspellingen toch weg te gaan. Voorspellingen waarmee je een week daarvoor nooit was uitgevaren. Daar moeten we dus voor oppassen, maar tegelijkertijd knaagt de vergelijking van de dichtgesneeuwde bergpassen. Het thuisfront hoeft zich echter geen zorgen te maken over vermeende onverantwoordelijke beslissingen, want we hebben afgesproken dat we alleen de juiste beslissingen zullen nemen. Scheelt een hoop narigheid. We wachten dus nog even op omstandigheden zoals die te zien zijn op het bijgaande filmpje. Gemaakt tijdens onze oversteek van het kanaal. Een lopend windje van achteren en een lekker zonnetje.

Al deze onzekerheden over het weer hebben trouwens geen invloed op de sfeer aan boord. We genieten erg van ons nieuwe bestaan. De oven blijkt heerlijke lasagna’s te kunnen produceren en allerlei nieuw gemaakte vrienden blijken uitstekend gezelschap. Daarnaast gaat de evolutie van schip en bemanning onverminderd door. Zo hebben we prachtige luidsprekers geinstalleerd, handige bevestigingshaakjes opgehangen én wil ik met grote trots melden dat het Miek gelukt is om onze wereldkaart met onze positie op de site te activeren. Nog even en ik hoef me alleen nog maar met de kombuis bezig te houden.



Over enkele minuten gaan we de boot losgooien voor een mooi zaterdagmiddag zeiltochtje over de River Fal. Daarna lekker ankeren, hopelijk in de rustige natuur. Gegroet vanuit Engeland.

Ben

vrijdag 28 augustus 2009

Test

Een update van de site vanuit de lucht! Even kijken of dit
functioneert, want dan kunnen we binnenkort vanaf zee de blog
bijhouden.
Ben

Een andere test is vandaag ook geslaagd. Ik heb de route op de kaart (hiernaast) weten te toveren. Ik ben blij:-)
Miek

donderdag 27 augustus 2009

Geduld is een schone zaak


In Falmouth is het een drukte op de steiger van wachtende mensen. Wachtend op onderdelen of een praatje maar vooral op een goed weerbericht om de Biskaje over te steken. Er zijn een aantal boten uit Scandinavië en ook Nederlanders.
In Falmouth heb je 3 soorten havenbewoners. De lange-kluslijst-zeiler, kleine-klusjes-zeiler en diegenen die overal een praatje maken, de zeiler die zijn boot helemaal af heeft. Wij horen beslist tot de eerste groep. En maken regelmatig een praatje met de laatste groep.
Bij de laatste groep is denk ik de verveling ook wat toe geslagen. Ze zien zelfs dat Ben naar de kapper is geweest en komen daarover een praatje maken.

Misschien dat jullie denken dat na al het klussen er niks meer te doen is, heeft het mis. Het einde van de lijst met klussen is nog niet eens in zicht. Om maar een paar voorbeelden te noemen: zoutwaterkraan aansluiten, gat zagen in het hoofdschot (zodat Ben in zijn zeekooi kan liggen), blusdeken ophangen, noodzwemtrap bevestigen, genaker en stormfok testen, boeken vastzetten, stouwplan maken.

Naast de klussen is het hier ook een hele sociale bijeenkomst. De ene keer wordt je uitgenodigd, de andere keer nodig je anderen uit.
Zo hebben we al heerlijk gegeten aan boord van de Libis bij Jelle en Floor (doeidoei.org) en zijn we op de koffie geweest bij Brian, een Engelsman met een Victoire 34 uit 1976. Jelle en Floor hebben we voor het eerst gezien in Amsterdam. Zij waren nog aan het klussen aan de steiger waar wij ons uitzwaaifeestje hielden. Ze kwamen toen kijken en een fles wijn brengen voor bij een eventuele ontmoeting in Marokko. Deze fles heeft het niet verder gebracht dan Falmouth.
Gisteravond hebben we Jelle en Floor getrakteerd op een retouretentje samen met Annelies van de Gabber, die hier verder op ligt. We toveren een heerlijke vijf-persoons lasagne uit onze oven. Naast het uitwisselen van de weerberichten, klussen en andere handigheden, ontdekken we dat we ook nog geïnteresseerd zijn in gewone mensen dingen. Het was supergezellig en om 3 uur kropen we lekker in ons bedje.

Na een wat trage start gaan we verder met de voorbereiding voor de Biskaje-oversteek. Vanaf hier is het ongeveer 460 mijl varen naar A Coruna. Met een gemiddelde snelheid van 110 mijl per dag is dit dus ruim 4 dagen varen. En bij de voorbereiding hoort dat de Pinquin klaar moet zijn, net als haar bemanning en dat we een goed weerbericht hebben. Het weer is nog niet stabiel. Elke dag schuift de vertrekdag een dagje op. Op dit moment lijkt zaterdag goed, maar misschien wordt dat morgen zondag.
Goed weer, betekent wind, niet te veel en niet uit de verkeerde richting. En dat dan gedurende 4, het liefst 5 dagen. Voor diegene die het leuk vind, kijk eens op passageweather.com, dat doen wij ook de hele tijd.

Miek

zondag 23 augustus 2009

Viva Falmouth


Na een grijze en natte zeildag zijn we vanavond in Falmouth aangekomen. Een beschutte haven in een riviermonding, waar we verder nog niets van gezien hebben. Bij aankomst maar meteen de laatste Hollandse piepers gejast en verorberd. Trots op Nederland, weetje. We hebben heerlijk gezeild maar wel wat hobbelig, en met het slechtste zicht tot nu toe. Af en toe 2 mijl om de boot, of misschien wel minder, want het is lastig in te schatten hoe ver je nu eigenlijk kunt kijken als er niet zoveel te zien is. Als er opeens een dikke tanker tevoorschijn komt schrik je wel even. Maar gelukkig lag ie voor anker. Toen we Falmouth aanliepen werd de grijze deken heel even opgetrokken en konden we even zien waar we eigenlijk waren. Even later ging het gordijn weer dicht en voeren we weer in de grijze grauwigheid. In mijn hoofd was ook al niet veel kleur, ik ben nog wat brak.

Gisteren waren we in Fowey en we arriveerden daar pecies voor de jaarlijkse feesten. Roeiwedstrijden, vuurwerk, bierdrinken, dat soort dingen. Wij wisten van niks, maar toen we terugkwamen van een bijbootexpeditie de rivier op, was de hele rivier bij het stadje gevuld met bootjes, allemaal versierd met gekleurde lampjes. Even later werd een groot vuurwerk afgestoken. We hebben het vanuit de bijboot aanschouwd en zijn daarna nog even wezen meefeesten met de locals. Fowey is een prachtg stadje aan de monding van een rivier. Vroeger waren het hier strijdlustige baasjes en de locals zijn trots op hun reputatie. Niet te bijdehand doen in de kroeg dus. Het bleek allemaal reuze mee te vallen, en ook hier zijn de mensen, zoals overal in Engeland, erg lief. We liggen aan een drijvend ponton en kijken uit over het stadje. Toen we net vastlagen kwam er een een groter boot die was volgeladen met Hollandse platbodems voorbij varen.De boot leek veel te groot voor het smalle riviertje waar hij uitkwam, en zijn deklading was helemaal bizar. Een maf gezicht, aken, botters en tjalken die op 30 meter hoogte voorbij schuiven met een mooi historich Engels stadje op de achtergrond. Geen idee waar die boten naartoe gingen of wat ze daar deden, een had een USA gastenvlag gehezen. Het zal toch niet?

We hebben een wifi abonnementje gekocht voor een paar pond en kunnen nu dus een weekje surfen vanaf ons plekje in de rivier.Dat is erg fijn. We hebben het wereldnieuws even tot ons genomen. De situatie rond Jan Smit lijkt gelukkig wat gestabiliseerd. Wij van de Blauwe Pinquin vinden dat elke gezonde Hollandse Jongen een moeder als die van Jan verdient.

Falmouth is de sprinkplank voor boten die naar het Zuiden willen. Waaronder wij dus. De aankomende dagen gaan we de boot en onszelf klaarmaken voor het oversteken van de Biskaje en de begravenis van Michael Jackson.

Ben

vrijdag 21 augustus 2009

Hoog water Plymouth

,,Ik hou 'm niet!" Miek zet zich schrap. Het grootzeil is gereefd (kleiner gemaakt) en we hebben zojuist de fok uitgerold, ook gereefd. We gaan flink schuin als de zeilen wind pakken, en dat is weer even wennen. Vooral omdat we tegen de wind in moeten en de golven en meter of vier hoog zijn. We zijn net de Plymouth Sound uitgevaren en gaan de zee op. Vlak langs een grote golfbreker met aan beide uiteinden vuurtorens en in het midden een groot rond fort. Het waait een stuk harder dan verwacht en voorspeld. Als we uit de beschutting van de golfbreker komen rollen er steile golven op ons af. We hadden wel een flinke deining verwacht, maar zo hoog?!? We zien de zee stuk slaan op de golfbreker naast ons.

,,Pas op die golf! Opsturen!!" Er nadert een veerboot, we varen in de vaargeul, precies waar de veerboot over vijf minuten, nee drie, ook zal zijn.. Te veel afvallen en we komen te dicht in de buurt van de rotsen van Penlee point rechts van ons, waar we de golven op stuk zien slaan. Veel dichterbij dan ons lief is. ,,Die Ferry komt recht op ons af!" Over de andere boeg varen (linksaf) is ook geen optie, want dan komen we helemaal voor die Ferry uit. De golven rollen hard op ons af, en omdat het nog niet heel diep is komen ze soms recht omhoog. Om ons heen en paar brekers, en zout water loopt over mijn rug. We moeten heel hoog aan de wind varen om uit het zeegat te komen. Maar dat schiet dus niet op. De boot wordt aan alle kanten opgetild en weer neergesmeten. En als we teveel afvallen (met de punt van de wind af) worden we platgedrukt en gaan we met de gangboorden en kajuitramen door het water. Op zich niks mis mee, maar de overgang is wat abrupt. Het waait 24 knopen, in vlagen 28. Dat is windkracht 5, maar het voelt als veel meer. Verderop op zee zijn de golven weliswaar hoog, het is er ook dieper, en dus komen ze niet zo onvoorspelbaar omhoog zetten als hier. Om daar te komen moeten we door deze wastobbe, maar echt lekker gaat het niet. De Ferry vraagt om een onmiddellijke beslissing. Ik rol het voorzeil weg en met de motor bij sturen we precies in de wind. Op die manier komen we niet te dicht bij de rotsen aan onze rechterhand en niet te dicht voor de reusachtige boeg van de ferry aan onze linkerhand.
Als de Ferry ons voorbij is gooien we het over de andere boeg. Linksaf dus, naar het Oosten. Even kijken of het water daar wat rustiger is. Dat blijkt te kloppen. We overwegen onze opties. De wind is veel harder dan voorspeld en bovendien is onze bestemming, Fowey, pal in de wind. Tegen deze zee opkruisen is niet heel erg fijn. Na een kwartiertje halve wind de zee op besluiten we dat we het morgen wel weer gaan proberen. We draaien om en surfen op de grote golven weer terug het zeegat in.


De Golfbreker van Plymouth bij rustig weer, een dag eerder.

Na 3 weken zeilen in licht weer is het even wennen als er flink wat wind staat. Vannacht is er een frontje over getrokken met veel regen en harde wind. De zee is daardoor ook flink opgestookt. De golven waar wij tegen opboksen hebben al een flink eind afgelegd, de oceaan is heel dichtbij. En zo kwam het dat de Blauwe Pinquin na een dagje Plymouth vertrok richting Fowey en dezelfde middag weer terug was in Plymouth. Balen? Welnee. We zijn niet op reis om iedereen te laten zien hoe stoer we zijn. We hebben een goede beslissing gemaakt. Hopelijk blijven we dat doen.

Ben

dinsdag 18 augustus 2009

Een stukje ankergebeuren


Het is een metalen potje op het voordek waarlangs de ankerketting loopt. Je kunt het anker ermee laten zakken en weer binnenhalen. De ankerlier is een onmisbaar onderdeel van de Blauwe Pinquin. Als je de rem van de lier haalt roetsjt de ketting over de ankerschijf achter het anker aan zo hup naar beneden richting zeebodem. Als er genoeg ketting uitstaat draai je hem op de rem en wanneer het anker dan in de zeebodem vast blijft zitten lig je voor anker. Als alles werkt.

Heel erg fijn is dat, voor anker liggen. Alle voordelen van aan boord zijn van een schip, gecombineerd met alle voordelen van het zijn op een rustig plekje in de natuur, gecombineerd met de afwezigheid van ongewenst volk om je heen. Je bent koning op je drijvende eiland en zo voelt dat ook letterlijk. Als je goed vastligt tenminste. Als je dan ook nog eens een heel rustige, beschutte plek in een prachtige omgeving vindt, dan geeft dat een buitengewoon feestelijk gevoel. Alsof de boot opeens een metamorfose heeft ondergaan. In plaats van een uitwisselbaar plekje tussen honderden masten in een jachthaven, ben je opeens verworden tot unieke enclave in een oase van natuur en onontdekt landschap. Dat ‘unieke’ straalt ook af op de bewoners van de drijvende enclave. En zo komt het dat wij vandaag de gehele dag vanaf voor-, midden- en achterdek van ons drijvende koninkrijk met licht dédain hebben neergekeken op het voorbijvarend volk.

Gisteren nog, was onze ankerlier tot niets in staat. Een cruciaal onderdeel was niet in orde en het heeft ons drie dagen in Dartmouth gekost om dat onderdeel te bemachtigen. We wisten via ons technische walteam ( Djenghis bedankt!) al dat het onderdeel in ieder geval nog leverbaar was, dus de grootste uitdaging was om het binnen en redelijke termijn aan boord te krijgen. In die drie dagen Darmouth hebben we alle medewerkers van alle scheepsbenodigdhedenwinkels in Dartmouth en omstreken leren kennen. En veel vrienden gemaakt!

In de tussentijd hoog bezoek uit de lage landen: Mirjam en Michiel komen donderdagmiddag de jachthaven oprijden met hun prachtige cabrio’tje en zij zijn onze eerste echte logees sinds ons vertrek. Het was niet eens gepland, maar als je in de buurt bent laat je de Blauwe Pinquin natuurlijk niet links liggen. Het welkom-aan-boord diner hebben ze wel moeten delen met een Engelse meneer die opeens naast ons kwam liggen in de haven. Met een heel groot motorjacht en toch helemaal alleen. Hij was een beetje zielig, en we kregen de indruk dat hij onlangs zijn vrouw was kwijtgeraakt. We hebben hem maar voor het eten uitgenodigd. En zo zaten we op donderdagavond heerlijk aan de pasta met zijn vijven. David, onze nieuwe Engelse vriend was vereerd om mee te eten, maar zijn levensverhaal zijn we niet te weten gekomen. Geeft ook niks, want we hebben genoeg in het Nederlands bij te kletsen en dat doen we later op de avond in de bijboot en in de Pub.

En nu, twee dagen later, kunnen we weer ankeren en liggen we op een magnifieke plek in de natuur. Tussen met weelderig groen bos begroeide heuvels op een rustig plekje in de rivier. We zijn de rivier Dart ongeveer 5 kilometer opgevaren, en de zee heeft hier plaatsgemaakt voor klassiek Engels landschap. Dat gaat hier in deze contreien heel geleidelijk. Het zout van de zee maakt heel soepeltjes en organisch plaats voor het groene land. Heel anders dan bij ons in de lage landen, waar je bijna altijd een dikke sluisdeur als grens tussen land en zee moet passeren. We hebben het terrein vrijdag al verkend, toen we op een bijboot excursie zijn gegaan naar het dorpje Dittisham kwamen we langs een paar mooie ankerplekken.

Pal naast onze ankerplek, aan de oostelijke oever, is het landgoed waar Agatha Christie woonde. Het strekt zich kilometers uit langs de oever van de rivier, die begroeid is met prachtige en vooral heel oude bomen. Niet allemaal dezelfde, maar heel erg veel verschillende, alsof het bos ooit, honderden jaren gelden is aangelegd door een bosarchitect. Hoog op de heuvel, tussen de bomen, vangen we vanaf het achterdek net een glimps op van het landhuis van waaruit zij met haar verzonnen verhalen de wereld veroverde. Wat wij schrijven is écht. En wij liggen geankerd ter hoogte van het boothuis dat bij het landgoed hoort. Een stenen huisje met een mooi balkon, waar vandaan mevrouw Christie, zo zegt men, menig boek verzonnen en geschreven heeft. Ze was een mega ster in haar tijd, en ze verkocht miljoenen boeken. Vaak moordverhalen en thrillers. Die dame van Harry Potter is er helemaal niets bij. Toch schijnt er een moordverhaal te zijn in het oeuvre van mevrouw dat wél echt gebeurd is, maar dat mysterie wordt zorgvuldig in stand gehouden. Ik zal het binnenkort eens uitpluizen als ik wat langer online ben, of we maken er een kijkersvraag van: Hoe zit dat??

Niettemin, vanuit de achtertuin van deze gigant der letteren groeten wij u. Niet zonder te vermelden dat het leven aan boord fijn is. We raken een beetje ingeslingerd en gewend aan de boot en het idee. Het idee van wat het is waar we nu al een jaar mee bezig zijn. Wat het inhoud om zo onderweg te zijn. De greep van de thuiswal zijn we langzaam wel kwijt. De volgende uitdaging is om in de greep van het grote water te komen. Vertrouwen krijgen in het volgende hoofdstuk, de oceaan. En hoe wij daar als nieuw gevormde drie-eenheid mee overweg kunnen. Dat vertrouwen krijg je ook door veel klussen te doen aan de boot. Kleine verbeteringen, reparaties en probeersels. Dus liggen we hier lekker achter ons anker te klussen en te genieten. Binnenkort weer even het werktempo flink opvoeren, want onze kluslijst is flink gegroeid. We scharrelen de aankomende week westwaarts richting Falmouth. Vandaar willen we de Golf van Biskaje gaan oversteken. Jullie berichten op onze site zijn erg fijn om te lezen, dus hou die lijn open!

Ben

zondag 16 augustus 2009

Devon is calling

The Blue Pinquin has arrived in English waters. Na onze nachtelijke overtocht met wat tegenliggers (filevaren met olietankers en containerreuzen), dolfijnen en stroom mee maar vooral ook tegen, zijn we in Dartmouth beland. De smalle ingang van de rivier vanaf zee is lastig te vinden op het oog. Je vaart langs een 13e eeuws kasteel het riviertje op en daarachter komt dan een heel schattig stadje tevoorschijn: Dartmouth in het weelderige Devon.

Zo nu en dan miezert het, drizzle noemen ze dat hier, en toch heb je dan bijna het gevoel dat het mooi weer is. Dat kan bijna alleen in Engeland. Regen waar je niet echt nat van wordt. En net als je denkt dat je dan toch echt nat gaat worden komt er heel plotseling weer een zonnetje tevoorschijn dat de groene heuvels om ons heen prachtig verlicht en verwarmt. Het landschap is sprookjesachtig. Weelderig beboste heuvels afgewisseld met groene velden, pietepeuterige Engelse huisjes beurtelings beschenen door een zonnetje, of verhuld achter nevelige wolkjes.

Daardoorheen, langs en onderdoor spelen zich de avonturen af van de bemanning van de Blauwe Pinquin en hun bezoekers uit de lage landen, die we hier de volgende keer met je zullen delen. Voor nu welterusten, we worden namelijk zo uit de eeuwenoude pub in Dittisham gegooid waar we momenteel even zitten te internetten. Om over die chocolade cake maar te zwijgen.



Ben

woensdag 12 augustus 2009

Nachtbericht vanaf het kanaal


Als de zon ondergaat geniet ik van de mooie kleuren in de lucht rondom mij. Dan wordt het langzaam donker, heel donker. Ik ben bang in het donker op straat, in huis, op de steiger maar ook op het water. Om mij heen was net nog niks te zien maar als het donker wordt, komen er aan de horizon een heleboel lichtjes te voorschijn. Om mij heen is het donker, ‘stikke donker. Ik krijg een angstig onderbuik gevoel. Welke van deze lichtjes komt op mij af met 20 knopen snelheid, welk lichtje gaat mijn pad kruisen… Ik vraag Ben buiten te komen, hoewel hij juist zou gaan slapen. Samen turen we naar de horizon. Hij zelfverzekerd dat er niks aan de hand is, ik angstig. Uiteindelijk verzamel ik mijn moed en zeg dat het wel gaat lukken. Ik zeg tegen mezelf dat ik moet letten op felle lichten want die komen vaak snel dichterbij en hoe feller het licht hoe groter de boot. Kom op, je kan het!
Daar zit ik alleen, in de kuip. Ik kijk om me heen , links, rechts voor me, achter me. En nog een keer… wat is dat? Het is groot en wordt steeds feller en groter. Het is gigantisch, welke kant gaat het op… mijn hart slaat over, moet ik Ben roepen… Oh oeps, het is de maan, sukkel! Ik lach om mezelf.
Langzaam raak ik vertrouwd met de lichtjes om me heen. Voor me twee vissertjes, maar die zijn ver weg. Aan de horizon een grote tanker, maar die gaat duidelijk achter mij langs. Na 3 uurtjes komt Ben. Ik mag slapen. Drie uur later gaat mijn wekker weer. Het is nog donker, maar er zijn geen bootjes te bekennen, alleen een heleboel sterren. Ik probeer te genieten, al schrik ik regelmatig nog van een golf of schuimplek naast de boot.
Tegen half 5 wordt het oosten langzaam licht. Terwijl ik dapper het donkere westen tegemoet vaar. Om 5 uur hoor ik een harde plons naast de boot, wat valt daar, heb ik iets geraakt? Het is een dolfijn die met zijn vriendje de Blauwe Pinquin welkom heet in Engelse wateren. We zijn bijna in Dartmouth.

Miek

zondag 9 augustus 2009

Alderney heet ons welkom


een beetje brak zitten we in de jachtclub van Alderney aan een kopje thee. We hebben een zware nacht gehad, niet op het water, maar in een quarry (steengroeve) na een overweldigde fakkeltocht en vuurwerkspectakel. Het was het einde van de feestweek van dit eiland en wij waren er bij. Het was erg indrukwekkend om 1000 mensen met een fakkel door een dorpje te zien lopen en uiteraard hadden wij ook een fakkel gekocht.



Komend van Cherbourg, op weg naar Alderney moet je langs Cap de la Hague waar het behoorlijk kan stromen. We voeren op een aandewindse koers met windkracht 4 op gegeven moment zo’n 12 knopen over de grond. Best spannend want echt heel veel sturen kan je dan niet meer. De Cap de la Hague voorbij op naar Alderney voeren we 330 graden op het compas maar stroomden we een koers van 290 graden over de grond. Dit was de juiste richting en zo stroomden we bijna de haven binnen.

De volgende les stond op ons te wachten. In Alderney heb je geen marina waar je confortabel aan een steiger ligt, maar kan je voor anker of lig je aan een mooring. Deze mooring moet je oppikken en je lijn er door halen (en voor de zekerheid nog twee extra). Wij blij dat er niet te veel golven staan. Noem het beginnersgeluk maar de Blauwe Pinquin lag al na één poging vrolijk op de golven te dansen achter haar mooring. Bonnie (de bijboot) is blij, eindelijk mag ze ook meedoen aan deze vakantie. We halen haar uit de bakskist, blazen haar vol lucht en dan is het leven van onze Bonnie volmaakt, ze drijft. Vanaf nu is zij onze ‘steiger’ tussen boot en wal.


Maar wat helpt nu het beste tegen een kater. Thuis trek je de trainingbroek aan en gaat lekker hangen voor de buis, beetje zappen, beetje eten, beetje drinken. Hier wordt je wakker, doe je het luik open, kijkt de mooie natuur in, golft uit je bed en huurt een fiets. Op een mountainbike is het hier goed uitkateren. Ik krijg bijna de neiging om oorlogje te gaan spelen zoveel forten kom je hier langs de kust tegen tussen de vele vogels die ik nog niet eerder heb gezien. Op het westpuntje van het eiland heb je uitzicht op de Ortax (een rots) waarop zoveel Gannets (een prachtige witte zeevogel) zitten dat hij helemaal is vol gescheten (fijn detail).

Om de verkoop van het huis en het succesvol volbrengen van de eerste drie weken grote vakantie te vieren besluiten we een pizza te gaan eten in St Anne, waar het voelt als een lotgenoten groep voor quarry-katers.

We besluiten nog één dag te blijven.

Miek

 
 
 
 

donderdag 6 augustus 2009

Het is zonnig in Cherbourg


En daar zit je dan met je mooie plannetjes. Aan het roer van je eigen bootje, om 0200 uur ’s nachts. Het laatste restje wind is zojuist weggevallen, de motor is bijgezet en je dobbert zachtjes op een lichte deining heen en weer. De vrouw waarmee je nog geen anderhalve maand geleden getrouwd bent, ligt vredig te slapen in haar zeekooi. Op zo’n tien mijl afstand zie je de kust, en een felverlichte Franse kerncentrale, lieflijk aan de voet van de hoge krijtrotsen. Geen scheepvaart om je heen, in de verte een vissersbootje. Uiterst vredig allemaal. Nog 88 mijl te gaan, en de stroom begint langzaam tegen te staan. ‘Dat kan nog wel eens een tijdje gaan duren’, denk ik licht geïrriteerd. . En dan meteen: ‘Maar dat was toch juist de bedoeling van deze hele onderneming?’ Er is dus weer iets om aan te wennen. Dat we de tijd hebben. Dat je wel tegen iedereen kunt roepen dat je de wereld gaat omzeilen, maar dat je dan wel eerst de rust in je kont moet hebben om een simpele nachtwacht bij windkracht 1 uit te zitten. De wijsheid komt geloof ik met de in het donker gevaren mijlen.

Het is zonnig in Cherbourg, en wij kunnen het weten. We hebben het gemijmer van de nachtwacht overleefd en liggen inmiddels royaal afgemeerd met uitzicht op een standbeeld van Napoleon op een dik paard. Hij wijst resoluut in een bepaalde richting, om het Franse volk met zijn visie de toekomst te wijzen. Met peilkompas en enig rekenwerk heb ik echter ontdekt dat hij precies naar het afgelegen eiland St. Helena wijst, waar hij jaren nadat hij voor dit beeld poseerde, in ballingschap is overleden. St. Helena is een uiterst afgelegen eiland tussen Afrika en Zuid-Amerika en wellicht komen we daar ook nog wel. Voorlopig is onze eerste prioriteit een hap warm eten en het opladen van de kruimeldief met Franse kernstroom.

Je moet weten dat er aan boord van de Blauwe Pinquin een scala aan (quasi) wetenschappelijke experimenten plaatsvindt. Deze keer hebben wij onze cognitieve overcapaciteit gericht op Klein Duimpje, onze nieuw aangeschafte kruimeldief. De stelling is namelijk dat een kruimeldief het veel beter doet op kernenergie. En aangezien Frankrijk voor 80% op kernenergie draait, zijn we hier aan het juiste adres. En dus is onze kruimeldief voor het eerst opgeladen met kernenergie. Je merkt dat dat goed spul is want de boot was nog nooit zo stofvrij. Het experiment wordt binnenkort herhaald met zelfopgewekte windenergie en dan zullen we verslag doen van de bevindingen. Met die windenergie gaat het trouwens uitstekend. Op ons tochtje van Boulogne naar Dieppe (50 mijl, windkracht 5, fantastisch gezeild, zie filmpje) produceerde onze windmolen zoveel ampères dat we met gemak 10 kilo frikadellen hadden kunnen frituren. Meer dan 15 ampère bij 23 knopen wind, en het lawaai viel erg mee. De Mastervolt accumonitor houdt het allemaal netjes bij en ik kan altijd precies zien wat er geladen wordt en/of verbruikt. Goed spul! Ons volgende experiment wordt wellicht ‘Het electrocuteren van kleine knaagdieren m.b.v. windenergie’, maar nog niet alle bemanningsleden zijn overtuigd van nut/noodzaak.


We zijn sinds ons laatste verhaal in vier sprongen in Cherbourg beland. Van Oostende naar Duinkerken, toen naar Boulogne s/mer en van daar uit naar Dieppe. De laatste sprong was de grootste, vanaf Dieppe, een tocht van 110 mijl. We steken de baai van de monding van de Seine over, richting het puntje van Normandie. Een soort mini-oversteekje dus. Uitgezwaaid door Rutger, Margo, Pien en Saar, want die kwamen nog even op bezoek vanaf hun vakantieadres. Vanaf het strand konden ze ons langzaam aan de horizon zien verdwijnen. Het was voor het eerst deze reis dat we een nachtje zijn doorgevaren en dat ging erg goed. Zelfs het totale gebrek aan daglicht kon ons onderweg niet van de wijs brengen. In het donker kan de zee een eng zwart ding zijn, onvoorspelbaar en een beetje dreigend. Gisteren niets van dat alles. Er kwam al snel een heel mooi maantje op en het was heel erg rustig weer. Af en toe iets heel groots in de buurt, maar we merken dat onze radarreflector het doet. Zelfs de hele grote boten varen netjes om ons heen. Maar daar gaan we nooit vanuit, dus het blijf altijd heel goed opletten en tijdig van koers veranderen als we denken dat dat nodig is. Dichter dan een mijl ( 1.852 meter) van zo’n grote boot willen we liever niet komen en over het algemeen lukt dat prima. Onze timing blijkt achteraf ook uitermate goed, want we hebben de stroom mee op het laatste stukje richting Cherbourg. Het is dan al lang weer licht geworden, en als we de vuurtoren bij Barfleur naderen krijgen we een waanzinnige ebstroom in de rug. Met 9,5 knoop razen we richting de eindstreep, terwijl de wind ons maar met 4,5 knoop voortstuwt. Overal om ons heen rare stroomwervelingen. De kardinale boeien schieten als hectometerpaaltjes langs de boot en het is heel snel duidelijk dat we vanaf nu het getij te vriend moeten houden. De aankomst in Cherbourg laat niet lang op zich wachten. De haven ligt in een gigantische kunstmatige kom, omringd door vijf groteske forten, waarvan er één compleet aan puin. Die stammen uit de tijd dat er nog wel eens wat oorlog gevoerd werd in Noord-Europa en alle landen bang voor elkaar waren. In Duinkerken, waar we drie dagen geleden een nachtje zijn overgebleven, waren er ook al flink wat oorlogsdeuken te zien. Daar is de gehele binnenstad opgetrokken uit jaren vijftig prefabbeton omdat vrijwel alles daar is platgeschoten. Lang leve de Europese Eenwording. Wilders-stemmers zouden er goed aan doen eens een vaartochtje langs de kust naar het zuiden te maken. Misschien dat de aanblik van al dat oorlogsgeweld helpt om de anti-Europese houding wat te nuanceren. En anders mogen ze naar het Oostfront. Trots op Nederland.

Inmiddels regent het in Cherbourg,maar dat is morgen voorbij is ons beloofd. We gaan een tochtje voorbereiden richting Alderney, een kanaaleiland hier in de buurt. Mocht dat niks worden dan gaan we naar Engeland. Maar daarover later meer.

Op de foto Pien Fortuin. Hooggeeerd bezoek aan boord van de Blauwe Pinquin. Ze heeft Aap en Betty, onze knuffels, in haar decolletee verzameld. Ze kwam met haar ouders op bezoek in Boulogne. Erg leuk om de familie Fortuin even als 'gasten' aan boord te hebben.

Mocht iemand trouwens enig idee hebben waarom er op 18 augustus 1942 (dus een jaar vóór d-Day) een stuk of 5000 Canadezen op het strand zijn geland in Dieppe en omgeving en kansloos in de pan zijn gehakt, laat het dan even weten in de reacties hieronder.