woensdag 22 juni 2011

Inklaren

Er is geen weg, alleen een pad door het oerwoud. Er wordt continu gelachen, want Vanuatanen zijn geweldige grappenmakers en het is een vrolijk volk. We zijn net aangekomen op het eiland Tanna na twee dagen varen en we zitten in de achterbak van een Toyota Hilux pickup. Het is ook nog onze trouwdag, vandaag zijn we twee jaar getrouwd. In en op de auto zitten in totaal 19 mensen. Allemaal uit het dorp waar wij geankerd zijn. De auto kraakt onder het gewicht als we stapvoets een vrijwel loodrechte helling oprijden. Het pad is er slecht aan toe, maar de chauffeur weet van wanten. Iedereen wordt heen en weer geslingerd. Dicht oerwoud schiet over onze hoofden, alles is diep donker groen. We passeren gigantische banyanbomen, woudreuzen van honderden jaren oud met een kruin van soms wel vijftig meter doorsnee. De aanblik van zo'n boom in vol ornaat geeft bijbelse associaties. Misschien is God wel een boom. Naast Miek zit een schoolmeisje van een jaar of twaalf. Ze heeft een opgerolde poster in haar hand. "Mag ik het zien?" vraagt Miek. Verlegen rolt ze de poster uit en een prachtige tekening komt tevoorschijn. "Dit is de waterkringloop van ons eiland," zegt ze schuchter. De vulkaan Yasur staat prominent ingetekend als opvanger van het regenwater. Het leven zonder de vulkaan is ondenkbaar voor iedereen hier.

Dat wordt ons even later wel duidelijk. Plots wijkt het oerwoud en rijden we op een grote glooiende zandvlakte. Het zand is zwartgrijze vulkanische as en de chauffeur kan eindelijk gas geven. We rijden over een flank van de vulkaan, die als een gigantisch zandduin boven ons uitsteekt. Kleine rookpluimpjes steken overal uit de helling omhoog. Af en toe klinkt een diep en donker gerommel, gevolgd door een grote zwarte rookpluim die uit de krater omhoog komt. Een gemene scherpe brandlucht verspreid zich. Zo ruikt het dus aan de binnenkant van de aarde. Het gehele eiland wordt regelmatig bedekt met een dun laagje zwarte as.

De truck rijdt verder door een maanlandschap van gestolde lavastromen en asvlaktes. Een riviertje snijdt een diepe kloof door al het as en vulkaanzand, en onze truck moet vrijwel loodrecht naar beneden om de bedding over te steken. Ik word bijna uit het bakje geslingerd,maar het uitzicht is geweldig. Hier worden stukjes nieuwe planeet gefabriceerd. Het meisje met de poster is onderweg naar haar school en springt op een kruispunt van paden uit de achterbak, haar poster als een schat onder haar arm gedrukt. " Veel succes!" roepen we haar na. Ze lacht verlegen en weg is ze.

Wij duiken het bos weer in. Er lopen veel mensen langs de weg, kleine peuters met grote blonde krullebollen zwaaien en lachen ons na. Een familie is op jacht. Vader met een grote boog op zijn rug. Moeder draagt een baby in doek en duwt met haar machete haar peuterzoontje tussen haar rokken als de auto voorbij rijdt. Iedereen draagt hier een groot kapmes met zich mee. Zelfs peuters lopen met aardappelschilmesjes rond om te oefenen voor het grote werk. De dorpen die we passeren bestaan uit prachtige gebouwde rieten hutten. Af en toe een stenen gebouw, meestal een school of kerk. Er is geen grootschalige akkerbouw. Het meeste eten komt uit rijk begroeide tuinen rond de dorpjes. Er wordt vee gehouden in stukken bos die met houten afzettingen zijn afgeperkt. De koeien zien er gezond uit, al is het een gek gezicht om een koe te zien grazen in dichte jungle.

Na 2 uur crossen komen we met stijve knieën in Lennakel aan. Dit is de hoofdstad van het eiland. Het is niet meer dan een groot dorp aan zee. Er is een kleine pier waar een vrachtschip heftig ligt te rollen tegen de kade. Zelfs in een rustige zee is dit een slecht beschutte haven. En dat is precies de reden dat wij hier niet zijn heengevaren om in te klaren. Het schip ontlaadt vaten benzine. Maar door de deining kunnen die niet aan wal getild worden. Als er een vat overboord valt, besluit de bemanning ze maar allemaal overboord te kiepen. Met een bijboot worden ze naar het strand geduwd. Daar spoelen de vaten aan en worden ze op een pickup geladen.

We zijn in Lennakel om in te klaren en geld te wisselen, dus we beginnen vrolijk aan onze optocht langs verschillende loketten. Eerst de bank om geld te wisselen. Er is maar een bank op het eiland en daar gaat het er uiterst ontspannen aan toe. Geen tralies of beveiliging. Een mevrouw zit aan een grote houten tafel geld te tellen. De beambten hebben elk twee grote rekenmachines en een echt houten laatje waar het geld inkomt en uitgaat.. Het is precies als vroeger toen we wel eens thuis 'bankje' speelden. Met dezelfde handgeschreven bonnetjes en het fijne gevoel als je een hele dikke stapel geld mag tellen. De man voor ons in de rij heeft zijn kapmes nog gewoon achter in zijn broek zitten. Iedereen kent elkaar op het eiland, dus de bank beroven heeft weinig zin.

We beleven het inklaren in Vanuatu als een waar avontuur. Het dorp waar we geankerd zijn heet Port Resolution. De chief van dit dorp heet Johnson. Zijn broer, Stanley is met ons mee en hij wijst de weg naar alle loketten, beambten en stempels. Stanley is een sympathiek gast, en bovendien heel slim. Hij lijkt iedereen te kennen, en achterin de truck vertelt hij verhalen aan de schoolkinderen die met ons meerijden. Ze luisteren ademloos, en al verstaan wij er niks van, het klinkt reuze interessant. Als vertegenwoordiger van zijn dorp is het in zijn belang dat de zeilboten netjes worden ingeklaard. Dat is nog niet makkelijk. Al snel wordt duidelijk dat de Quarantaine beambte is verdwenen. Hij is naar het naastgelegen eiland gevlogen om een cruiseschip in te klaren. Hij komt vandaag zeker niet meer terug. Het is geen optie om zonder quarantainestempel te vertrekken, dat levert geheid problemen op in de hoofdstad Port Vila. Dus wat te doen?

Na enig aandringen bij Stanley en wat heen en weer bellen wordt een vrijwilliger gevonden die met ons meegaat naar het vrij afgelegen kantoortje van de landbouw en quarantainebeambte. Daar wordt met behulp van een bezemsteel een deur geforceerd en even later staan we met zijn allen het vervallen kantoor te doorzoeken, op zoek naar het juiste formulier en een paar stempels. Ik neus door een stellingkast met inbeslaggenomen medische artikelen, en blader door twintig jaar oude inspectierapporten van vrachtschepen. Behalve een paar jachten klaart er vrijwel nooit een schip in op dit eiland. Als een half uur later alle papieren en stempels zijn gevonden en ingevuld, stappen we weer in de truck voor de twee uur durende terugreis. Door alle vertragingen wordt het spannend om voor donker terug te zijn in het dorp. Met iets meer beenruimte, verse pinda's en mandarijnen als snack is ook de terugreis een feest. De zon staat laag op de boomtoppen en we zien de vulkaan al van verre roken en rommelen. Ergens halverwege stoppen we nog even om Kavawortels te kopen bij een dorpje langs het pad. Een paar kindertjes met grote ogen en grote bossen wilde krullen hebben wat bloemen voor ons geplukt. Ze komen heel verlegen naderbij om ze aan ons te geven, en rennen dan schaterlachend weg.

Vanuatu is alleen al vanwege de mensen een bezoek waard. Ze zijn hier erg geïnteresseerd in vreemdelingen en veel mensen komen spontaan een praatje met ons maken. Ze zien er prachtig uit. Heel donker van kleur met dikke bossen kroeshaar. Ze lachen veel en maken voortdurend grapjes met elkaar. Ondanks dat de cultuurverschillen enorm zijn, en we nog geen idee hebben van de lokale gewoonten en gebruiken, voelen we ons hier erg op ons gemak. De gebruiken hier verschillen per dorp. Alleen al op dit eiland zijn 32 verschillende talen, en Stanley vertelt ons dat men in het dorp vier kilometer verderop een compleet andere taal spreekt. We hebben nog een hoop te leren in de aankomende weken. Onze trouwdag-inklaarexcursie-jeepsafari is een veelbelovend begin van een nieuw hoofdstuk.

Groeten
Ben

----------
radio email processed by SailMail
for information see: http://www.sailmail.com

zondag 12 juni 2011

Blij



De Blauwe Pinquin is weer compleet. Het weerzien is fantastisch. Het was geweldig om in Nederland te zijn voor het huwelijk van de eeuw, maar ik had niet verwacht dat ik mijn meisje zo zou missen. Ik heb het al eerder gezegd, van wereldzeilen word je een watje.



Het grote intercontinentale vlieggebeuren viel reuze mee. En het is geruststellend om te zien dat Nederland er prachtig en sappig groen bijligt in de warme junizon, klaar om ons weer te verwelkomen over pak 'm beet 18.000 zeemijl. Ook fijn om een half jaar Vrij Nederland in mijn handbagage het land uit te smokkelen.





Noumea, de hoofdstad van Nieuw Caledonië is een rommelig semi-plezierig stadje. Het water in de jachthaven is minder welriekend dan je van een tropische zeilbestemming zou verwachten. We zijn gisteren dan ook met een blij gevoel vertrokken en liggen nu vrolijk te dobberen achter een klein eilandje in de lagune met schildpadden en zeeslangen die om de boot zwemmen.

We nemen een opstapper mee voor het kleine stukje varen. Jean-David, de Franse jongen die al eerder aan Miek gevraagd had of onze boot te koop was. De Pinquin is natuurlijk niet te koop, maar zelfs toen dat tot hem was doorgedrongen wilde hij heel graag een stukje meevaren. Geen probleem natuurlijk. Hij komt uit Bretagne en werkt op het kabel reparatieschip Ile de Re, dat in Noumea ligt te wachten tot ergens in de Zuid-Pacific een kabel op de oceaanbodem breekt. Geweldige Hi-tech dus, en in ruil voor verhalen over diepzee-kabelreparaties mag hij mee. Hij neemt ook een kaasplateau mee. Ik eet bijna mijn vingers op. Prima gozer, die komt er wel.




Miek heeft gisteren tussen het koraal haar eerste sand-dollars gevonden en zojuist haar nieuwe HEMA rookworst-zwemband uitgeprobeerd. Ik heb haar natuurlijk overladen met lekkers uit Nederland, en al vinden we niet per se dat Hema rookworsten daar ook toe behoren, de zwemband brengt het beste van alle werelden samen. Vooral als je hem opblaast met spruitjeslucht en er vervolgens mee gaat snorkelen tussen schildpadden en ander tropisch visspul. We gaan naar Vanuatu als de wind er ook klaar voor is, of misschien al iets eerder.

Groeten
Ben

donderdag 2 juni 2011

Bonnie's zomerjas

De Pinquin voelt incompleet. Ben is vrijdagavond vertrokken voor een bezoek aan Nederland. Zijn broer Vincent gaat trouwen en daar moet hij toch bij aanwezig zijn. Na twee jaar zo intens samen geleefd te hebben is het wennen. Opeens is het stil en leeg aan boord en is het bed erg groot. En ik moet opeens mezelf vermaken.


Dit laatste gaat goed. Van Pylades, een Iers zeiljacht mag ik de naaimachine lenen en kan ik eindelijk een zonnehoes maken voor de bijboot. Bijboot Bonnie begint te verweken door de UV straling van de zon. Het enige om dat verweken te remmen is een hoes maken die het zonlicht tegenhoudt. De stof en het plan lagen al even waardoor ik tijd genoeg heb gehad om rond te kijken naar andere bijboten en het beste van alle hoezen te combineren, in theorie. In praktijk is het toch een beetje anders maar na ruim twee dagen puzzelen en heel wat meters stikken zit Bonnie's nieuwe zomerjas (bijna) als gegoten. Bezig zijn met een hoes voor je bijboot is ook goed voor je sociale contacten. Iedereen heeft wel een idee over hoe je het moet maken. 'Hier moet je het verstevigen' of 'Niet vergeten dit vast te maken' of 'Hoe zorg je dat het op de plek blijft zitten?'



Ik heb erg veel plezier in het naaien en heb nog stof liggen uit Tahiti. Ik besluit een zomerjurk te maken voor donderdag, de dag van de bruiloft. Bij gebrek aan een patroon pak ik een stuk krant en een stift en zet ik wat lijnen. Met dit 'patroon' knip ik de onderdelen uit de stof. Nadat ik de zijnaden heb gestikt is het wel een beetje te wijd. En er ontstaat spontaan een achternaad in de jurk om haar in te nemen. Na vier uurtjes heb ik een feestjurk klaarliggen voor donderdag. En ik ben best tevreden over het eindresultaat.

De Pinquin ligt nog in de haven in Noumea. Dit is de hoofdstad van Nouvelle Calédonie en is Franstalig. Mijn Frans is zeer beperkt dus elke keer een uitdaging als ik op pad ga. Gelukkig zijn de mensen erg behulpzaam en proberen mijn handen en voetenwerk te begrijpen. Tot nu toe is het me nog elke keer gelukt te vinden wat ik zocht. Wat wel jammer is, is dat er veel rotzooi overal rondslingert. Ook hier in de haven drijft nogal wat rond, maar tijdens het hardlopen langs de kade zag ik drie clownsvisjes (Nemo's) zwemmen tussen het koraal. Mijn eerste Nemo buiten Walt Disney!

Het blijft niet onopgemerkt onder de medezeilers dat ik alleen aan boord ben. Ik krijg zelfs de vraag of ik dat Nederlandse zeilmeisje Laura ben. Dank je wel. Volgens mij is zij ongeveer de helft van mijn leeftijd.



Op donderdag besluit ik dat het ook in Noumea feest moet zijn. Ik bak zo'n 35 kleine appelcakejes en ga de steiger af. In mijn beste Engels en Frans vertel ik dat het een feestdag is, omdat Vincent en Linda trouwen en dat ik dit met hùn wil delen omdat mijn man er niet is. Iedereen is enthousiast en blij voor het bruidspaar. Ik vermaak me uitstekend en krijg op veel boten een rondleiding. Booteigenaren zijn trotse mensen. Zo mag ik ook een kijkje nemen op een 18 meter motorboot. Ik krijg de volledige tour, inclusief een kijkje in de inloopkast onder het bed, geniaal.

Aap heeft zijn stropdas omgedaan

Ik kan me nog wel even een paar dagen vermaken maar kijk wel uit naar het moment dat Ben terugkomt en team Blauwe Pinquin weer compleet is. Nog 5 nachtjes slapen...

Groeten
Miek

Op verzoek: mijn feestjurk