donderdag 23 september 2010

De pas in zeilen


De grote BP jungle-expeditie in Huahine

We liggen sinds donderdag op Raiatea. Zonder motor, want die doet het even niet. Dat is erg balen, want we willen snel verder richting Westen. Tussen Huahine en Raiatea kregen we motorpech. Nu liggen we op een nieuwe verstuiver te wachten en hoop ik maar dat we alles weer passend en niet lekkend in elkaar krijgen.

Onze vrienden van Tao8 zijn voor de morele support bij ons in de buurt komen liggen. We liggen aan een meerboei aan de westkant van het eiland, met uitzicht op Bora Bora in de verte. Het binnenzeilen van de lagune Raiatea was best spannend. Zonder motor en met maar heel weinig wind voeren we op de pas af. Ver voor ons voer De Ware Jakob, een Nederlands schip met aan boord Jaap en Renee, en zij waren zo lief om een paar uur op ons te wachten bij de ingang van de pas. Dan konden ze ons een sleepje geven als er wat mis zou gaan of de wind zou wegvallen.

De wind zakte langzaam in en kwam pal van achteren toen we de pas binnenvoeren. Aan beide kanten van ons dikke brekers, en wij net wel of net niet op gijpkoers. We kropen met 2 knopen snelheid naar binnen. Elk klein vlaagje koesterend stond ik met het zweet in de handen op de kuipbanken. Miek aan het roer en Jaap en Renee vlakbij op de uitkijk. Het ging uitstekend en toen we eenmaal in de lagune waren konden we gijpen en zeilde het gemakkelijk naar het stadje, Uturoa.

Ankeren was wel weer erg spannend. Het water is overal erg diep en het enige ankerbare plekje was erg dichtbij een ondiep rif. We varen er voorbij, gijpen, loeven op en sturen aan de wind. We houden de dieptemeter strak in het oog. Diepte 6 meter, diepte 8 meter, diepte 12 meter. We rollen snel de fok weg en ik ren naar voren om het anker te laten zakken. Dan roept Miek "Diepte 24 meter." Shit, we zijn er alweer voorbij. Het is echt een piepklein stukje waar we kunnen ankeren en er ligt ook nog een ander jacht waar we niet te dichtbij mogen komen. Ik rol snel de fok weer uit en we vallen af over bakboord. We weten nu waar we het anker willen uitgooien en de tweede poging slaagt. We liggen achter ons anker. Ik duik de bijboot in om het anker te checken en te zien hoe ondiep het achter ons schip is. We liggen in 6 meter water en 2 scheepslengtes achter ons begint het koraal. Niet echt ideaal zonder motor, maar we moeten het er even mee doen. De Ware Jakob draait een rondje om ons heen en als we vastliggen gaan zij elders een plekje zoeken. Zij hebben een paar uur opgeofferd om ons naar binnen te helpen, geweldige lui.

Na een uurtje gaat het flink waaien op onze ankerplek. Door de stroom komen we bijna tegen onze buurman aan. Ook zijn we bang dat we krabben en op het rif achter ons terecht komen. Het geeft een goed gevoel om alles zelf zeilend te hebben gedaan, maar we liggen niet erg fijn en kunnen niet zonder hulp weer weg. Onze bijbootmotor is te klein om de boot door de wind te trekken.

Als ik naar de kant ga om te kijken of er een plekje in het haventje is, kom ik David tegen. Met hem hebben we veel samen opgevaren. Hij biedt aan om ons morgen met zijn bijboot naar de andere kant van het eiland te slepen. Ideaal want daar is meer beschutting en kunnen we een meerboei pakken. Aan die meerboei liggen we nu nog steeds. We hebben een kapotte en een lekkende verstuiver en ik heb al weer erg veel geleerd over sleutelen aan Diesels. Zoals zo vaak met amateur-sleutelwerk gaat er ook van alles fout en ik breek een banjerbout in de retourleiding kapot, zodat er nog een onderdeel te bestellen is. De onderdelen zijn nu onderweg en als we dat allemaal passend krijgen en werkend zal dat een hele grote opluchting zijn. En zijn we hier zo snel mogelijk weer vertrokken. Het voelt als een ernstige onderbreking van het paradijselijke bestaan en we zitten hier toch een beetje met samengeknepen billen te hopen dat we alles weer gefixt krijgen.




Als we het voor onszelf proberen te relativeren hoeven we alleen maar rond te kijken. Kraakhelder water, een rif waar de zee op breekt, een prachtig groen eiland en in de verte Bora Bora dat op ons lijkt te wachten aan de horizon. We genieten er niet heel erg van, maar hopelijk is dat snel weer anders.

Groeten
Ben

----------
radio email processed by SailMail
for information see: http://www.sailmail.com

woensdag 15 september 2010

De zwakste schakel

Meer dan eens wordt geroepen dat de bemanning de zwakste schakel is van een schip. Sinds onze oversteek naar Huahine kan ik dat beamen. De tocht naar Huahine heeft ons bootje getest en zij is met vlag en wimpel geslaagd voor zeilen in golven tot 4 meter en windstoten tot 40 knopen. Terwijl de Pinquin met veel plezier de wind omzet in snelheid, zich afspoelt in de regen terwijl ze vrolijk met de golven speelt, draait mijn maag zich nog eens om en heb ik er doorweekt van de regen geen plezier meer in.

Twee mijl voor de ingang naar de rustige lagoon van Huahine wek ik Ben. We navigeren ons naar een rustige en mooie ankerplek. We hebben niet veel geslapen en laten het anker vallen, klaar om naar bed te gaan. Bij controle van het anker merken we dat we het anker hebben laten vallen midden in een prachtige koraaltuin. De ankerketting zit achter een koraalhoofd gehaakt en het anker heeft geen grip. Hier kunnen we niet blijven liggen. Ik trek moedig mijn bikini aan en zet mijn duikbril op. Na nog geen 10 seconden in het water zit ik in de bijboot. Door de stroom en diepte kan ik de ketting niet goed zien en ligt het te diep om er heen te duiken. We proberen wat maar ruilen dan van taak. De ogen van Ben zijn zo'n 10 keer beter dan die van mij. Dus Ben in de bijboot met zijn snorkel op en ik achter het roer. De commando's klinken door de snorkel 'naar voren bakboord', 'naar achteren stuurboord',' recht vooruit', 'snel de ketting binnen halen' en dus ik ren naar voren en draai de lier tot de ketting niet verder wil en ga weer achter het roer staan, 'naar voren', 'ketting stukje laten vallen' dus ik ga wederom naar het voordek. Na het vallen van de ketting sta ik klaar om terug naar het roer te gaan als Ben roept 'snel alles opdraaien, ik kom aan boord!' Na ruim een half uur stuntelen zijn we los. Jammer van deze mooie plek maar hier ankeren wordt 'm niet. We besluiten bij het rif te gaan liggen waar meer zand is. Blij dat we er zijn en veilig achter ons anker liggen, duiken we ons bed in.

De harde wind op weg naar Huahine is veroorzaakt door een hoge druk gebied dat in aantocht was. De afgelopen dagen trok deze voorbij. Na twee dagen regen zijn wij dat ook weer zat. Twee keer zijn we het eiland gaan bekijken en beide keren komen we tot op onze onderbroek doorweekt terug aan boord. In de nachten trekt de wind aan een klapperen de vallen, fluit de wind door de verstaging en staat de mast te trillen in de windstoten van zo'n 40 knopen. Ons anker weert zich tegen al dit geweld door zich diep in te graven en wij liggen als een huis. Ik denk dat we misschien in onze Pinquin steviger en droger liggen dan de huizen alhier. De huizen zijn vaak een soort enorme veranda en de kozijnen zijn open gaten met soms een luik.

Zoals bij alle Society Eilanden ligt er ook bij Huahine een rif om het eiland heen. Dus terwijl wij op bijna spiegelglad water liggen, bouwt de zee buiten op. De golven komen zo'n vijf meter omhoog om vervolgens met een donderend geweld kapot te slaan op het rif. We zijn met de bijboot zo dicht mogelijk naar de golven toe gevaren, maar door de sterke stoom (of onze 2.2 pk buitenboordmotor) komen we niet dichterbij dan 50 meter. Ik snap waarom Huahine zo bekent is onder surfers al krijg je mij voor geen goud die golven in. Wow, wat zijn die golven gigantisch!

Om ons heen wordt de ankerplek wel steeds rustiger. De boten die er nog zijn, blijven hier. De boten die ook naar New Zealand of Australië zouden gaan, stellen hun plannen bij en wachten hier tot volgend seizoen. Momenteel wachten wij op beter weer om de volgende sprong te maken, 700 mijl naar Palmerston. De sprong daarna wordt dan 650 mijl naar Tonga en dan wachten op goed weer naar New Zealand. Onze planning is om op 1 oktober in Tonga te zijn, maar met zo'n 14 dagen op zee om in Tonga te komen wordt het zeer moeilijk deze datum te halen...

Groetjes
Miek

----------
radio email processed by SailMail
for information see: http://www.sailmail.com

dinsdag 7 september 2010

Handige antwoorden om te vragen


Ik vroeg me altijd wat jaloers af hoe die wereldzeilers dat toch deden. Ervandoor gaan met een boot, de oceanen navigeren, al je spullen verkopen en je thuis achterlaten. Dat is toch heel ingewikkeld? En ontzettend moeilijk? Je boot uitrusten voor de wereldzeeen, radio-apparatuur en licenties regelen, epoxyhars bekertjes en reservelijnen meenemen, kaarten kunnen lezen en weerberichten interpreteren. Sterren herkennen en zeevogels kunnen determineren. Je eigen boot koesteren, maar je schepen achter je verbranden.

Kunnen wij dat wel? Hoe weten we nou ooit of we er aan toe zijn? We hebben maar gewoon besloten om te gaan. Hoe dan ook en dan zagen we wel. Vanaf dat moment vroegen we ons continu af of we alles wel goed voor mekaar hadden. Hebben we nog meer apparatuur nodig, genoeg zeilen meegenomen, reserve moertjes en schroefjes, genoeg medicijnen, en welke dan? Hebben we alle zeekaarten nodig? Zal de windmolen genoeg stroom laden? Waar halen we weerberichten vandaan? Hebben we een zeeanker nodig, moet ik nog een aardplaat monteren? Verbruikt de koelkast niet teveel stroom? Zijn we niets vergeten? Kunnen we wel weg?

Het antwoord op die laatste vraag hebben we onszelf maar gegeven, zonder al te veel feitelijke onderbouwing. Op een regenachtige middag in juli floepte het antwoord eruit: Ja, we kunnen weg!
Het was het belangrijkste antwoord op al onze vragen, al wisten we dat toen niet. Als je eenmaal onderweg bent worden alle andere vragen namelijk vanzelf beantwoord. Dat gaat heel geleidelijk en natuurlijk. Als ik een jaar later terugdenk aan alle vragen die we hadden, verbaast het me dat al die antwoorden zo gemakkelijk zijn gekomen. Bijna dertienduizend zeemijl zijn onder de kiel doorgegaan sinds de Blauwe Pinquin Nederlandse wateren verliet en we zitten nog steeds vol vragen. Allemaal nieuwe vragen, die zich elke dag weer aandienen. Het verschil met eerst is dat we er nu op vertrouwen dat de meeste vragen vanzelf worden beantwoord. We hoeven ons nu dus alleen nog maar te concentreren op de echt belangrijke vragen.

Vandaag is de belangrijke vraag: gaan we ankerop of blijven we nog even liggen? We liggen op het uiterste zuidpuntje van Moorea achter 30 meter ankerketting. We zijn prinsheerlijk alleen, om ons heen een uitgestrekt rif met een bevaarbare maar doodlopende geul erdoorheen. We hebben vrij uitzicht op Moorea en achter ons, in de verte zien we Tahiti liggen. Het waait 30 knopen, windkracht 6. Vanmorgen om 7 uur hebben we heerlijk in het zonnetje ontbeten. De zon kwam achter Tahiti tevoorschijn en bescheen de puntige groene bergen van Moorea. We liggen vol in de wind, die sinds een uur of negen hard uit het Noordoosten komt. Er staat 6 meter water onder de kiel, ons anker ligt verderop, op 9 meter diepte. Het water is aanlokkelijk lichtblauw en ondanks de golven kan je de bodem makkelijk zien.

Om acht uur gaan we aan de slag. De gebroken zeereling moet worden vervangen. Op Tahiti hebben we 4 mm RVS verstaging met een oogterminal en een draadeind op maat laten walsen. Acht meter achtentachtig lang. We demonteren de zonnepanelen en verwijderen de provisorische zeereling die we op Nuku Hiva hadden gemaakt. Er vaart een kano voorbij met twee stevige lokale deernes in bikini. Ze gaan hun kreeftenpotten leeghalen. Door de golfslag zijn ze kletsnat maar ze hebben een hoop lol en zwaaien enthousiast. Om 11 uur zitten er twee fonkelnieuwe relingen op de boot en hebben we de zonnepanelen weer strak en stevig gemonteerd. We koken wat rijst en eten het restant van de curry van gisteravond op. We hadden voor een prikkie een hele lading basilicum gekocht en samen met een cocosnoot die we nog hadden liggen en wat curry hebben we daar twee dagen heerlijk van gegeten. Als de boot weer is opgeruimd en onze RVS voorraad opnieuw is ingedeeld waait het 7 Bft. En is de werkdag ten einde. Tijd voor recreatie.

Gaan we wel varen als het zo hard waait? Komen we daar wel tegen in? Wat als de motor uitvalt, knallen we dan op het rif? Is het zeil klaar om te hijsen in noodgevallen? We wachten het nog even af, maar om 14 uur gaan we ankerop. De windgolven rollen over het dek, en dat terwijl we binnen in de lagune zijn. De Pinquin kruipt langzaam vooruit tegen de korte steile golfjes, en het duurt even voordat we op gang zijn. We varen pal in de wind naar een stadje een paar mijl verderop. De lagune is te smal om aan de wind te zeilen. Bij het stadje kunnen we in de luwte van een bergwand ankeren en misschien nog een leuke wandeling maken. Na een uurtje varen valt het anker en liggen we weer in de bewoonde wereld.





We liggen voor een kerkje en op een strandje zwemmen wat kinderen. Het stadje ligt in een prachtige vallei, ommuurd door sappig groen begroeide bergwanden. Het lijkt erg veel op Fatu Hiva waar we eerder waren, alleen is hier wat meer beschaving. De meeste huisjes zijn kleine paleisjes die verstopt zijn in groene weelde. Overal bloemen en mooi groen. We maken een wandeling in de richting van een waterval, maar die halen we niet want we willen voor donker terug zijn in het dorp. Ik wil mijn 2 lege statiegeldflessen bier omruilen voor volle, maar de supermarkt staat naast de kerk en verkoopt dus geen drank. Ik snap het verband niet, maar de supermarkt-meneer vertelt het me alsof het de normaalste zaak van de wereld is. Naast de kerk geen drank. Het is zeker geen katholieke kerk? Nee, het is een protestantse tempel. Ok.

De belangrijke vraag voor morgen: Gaan we naar de waterval wandelen of het onderwaterschip schrobben? Het antwoord weten we morgenavond.

Groeten
Ben

----------
radio email processed by SailMail
for information see: http://www.sailmail.com

vrijdag 3 september 2010

Pinquin pour President!


Er zijn dagen dat we alle twee niks te melden hebben, maar er zijn ook momenten dat we allebei staan te springen om de blogupdate te schrijven. Nu leek het ons wel een keer leuk om samen een blog te schrijven. Ook omdat we sinds ons vertrek 416 dagen geleden elke dag samen hebben door gebracht (op 3 dagen na, toen ik op een tripje ging om de Galapagos te bekijken samen met mijn zus). Ik hoop dat het wat wordt...



We hebben heel veel mooie foto's die we jullie willen laten zien, maar ons internet is de laatste tijd bijzonder schraal. De toegang hier is schaars en vooral erg duur. We betalen te veel voor een ontzettend slechte verbinding. Eergisteren zijn we al ons resterende tegoed kwijtgeraakt omdat we niet meer konden uitloggen. Ik ben toen heel boos geworden, en dat is niet gezond voor mij. Al mijn bloed trok uit mijn hersens, en de neurotransmitters die er normaal gesproken voor zorgen dat ik een uiterst sympathieke en voorkomende indruk op mensen maak, werden geblokkeerd door agressieve rode monsters die mijn ogen veranderden in zwarte gaten. Mijn gelaat vertrok tot een valse grimas en mijn mond was plots een goddeloze scheur des verderfs. Iedereen op de ankerplek is wakker geworden omdat ze dachten dat de Antichrist was geland in zijn zwarte bijboot. Ik ben liever offline dan dat ik nog eens zo boos word. Een paar tandafdrukken in het laptopscherm herinnert mij er nu aan dat zelfs in het paradijs het kwaad voortdurend op de loer ligt.



We zijn trouwens op Tahiti. Na vier maanden weer in een grote stad, Papeete. Het is even wennen. Veel auto's, nog meer mensen en heel veel winkels, met van alles en nog wat om te kopen. Na al het paradijselijk natuurschoon voelt dit aan als een parallel universum. In de Anse Amyot, op de Tuamotu's snorkelde ik door een aquarium gevuld met koraalhoofden. Het voelde aan alsof ik in een 'verkleinmachine' was gegaan en in een aquarium was geplaatst, zo veel vissen, zo veel kleuren, dat kan toch bijna niet echt zijn.




De Tuamotuaanse verkleinmachine heeft overigens wel degelijk aangestaan, want door de piepkleine bikini waarin Miek rondzwom leken de vissen nog veel groter dan ze daadwerkelijk waren. De atollen waren een walhalla van rimpelloos zeilen, vis vangen, rondzwemmen, fikkie steken, vis grillen en keet trappen . We hebben genoeg schelpen geraapt om de Markerwaard mee droog te leggen. Daar maken we dan sieraden van die we voor veel geld verkopen zodat we heel rijk worden terwijl we hier wat ronddobberen.




De grote stad geeft ook wel weer een vertrouwd en herkenbaar gevoel. Er liggen hier gewoon dronken mensen midden op straat waar iedereen omheen loopt. Leven ze nog wel? Zolang je er met je auto langs kunt rijden is het niet erg, zo lijkt het. Gezien de prijzen van de drank behoren deze zuiplappen tot de absolute bovenklasse van de Tahitiaanse maatschappij. Waarschijnlijk worden ze daarom met zoveel egards ontweken als ze zich pontificaal op het trottoir neervlijen.

Bij aankomst op Tahiti werden we verwelkomd door een roedel dolfijnen, terwijl we werden overrompeld door alle huizen, industrie en vliegtuigen. Om op deze ankerplek te komen moet je het vliegveld kruisen. Om geen vliegtuig in je mast te krijgen moet je wachten op toestemming van de verkeerstoren. Met dus aan je linkerhand de stad, aan je rechterhand het koraalrif en boven je het vliegtuig varen we naar de ankerplaats. We knipperen nogmaals want zo veel boten hebben we lange tijd niet gezien. We gooien het anker uit en bereiden ons voor op klussen en inkopen. We moeten onze zaakjes regelen, nieuwe zeereling, andere stag, proviand en gasflessen vullen. Het lijkt er op dat we alles in gang hebben gezet en dat we over drie dagen weer weg kunnen. Terug naar ons rustige parallelle universum van snorkelen, kampvuur, vissen roosteren en genieten van waar we zijn.

We liggen op vlak water in de luwte van het eiland. Lekker rustig slapen dus. We hebben een druk eiland aan de ene kant en vrij uitzicht op het rif en Moorea aan de andere kant. Het vakke water is ook handig om het onderwant te vervangen. Ik kwam er bij de dagelijkse controle achter dat er twee tieren van het BB achter-onderwant waren gebroken. Wel balen want dat had ik voor vertrek allemaal vervangen. Waarschijnlijk was de terminal er te strak opgewalst. Ik ga nog wel even verhaal halen bij de tuiger, want de breuk werd zo te zien niet veroorzaakt door teveel spanning op de stag.

Bij zonsondergang gaan we met de bijboot naar het rif en kijken we al dobberend naar de geweldige kleuren in de hemel als de zon achter Moorea onder gaat. Het plaatje wordt nog meer compleet als de roeiers met hun piroques (lokale kano's) voorbij komen. Honderd meter voor onze neus slaan de golven op het rif kapot, terwijl wij al dobberend een koud biertje drinken en mijn nieuwe parelketting glinstert in de ondergaande zon.


uitzicht tijdens onze dagelijkse bijboot borrel

Een andere geweldige ontdekking die we hebben gedaan is dat we met de bijboot naar de McDonalds kunnen. Alleen al omdat het mogelijk is zijn we al twee maal een milkshake gaan halen. Zo zijn we 'De ware Jacob' uit Rotterdam tegengekomen. Op San Blas zagen we voor het laatst Nederlanders, dus zijn we even een praatje gaan maken. Achteraf realiseerde ik me dat het dus al bijna 5 maanden geleden is dat ik Nederlands sprak tegen iemand anders dan Ben. Het is dus niet zo raar dat ik in het Engels droom...



But we vinden het not so sorry dat we meet so little Hollanders, because dan is het a lot leuker when you sometimes meet one. Not all the time you have to talk about Dutch dingen. The ankerplaats is een camping anyway so dan hoef je niet eens per se everymorning ”goeiemorruge buurman” te horen what my betreft. Als het goed is gaan we zaterdag weer verder. Richting Moorea en dan naar Huahine. Lekker in de bergen wandelen, snorkelen en op het strand fikken. Misschien maken we daarna nog een korte stop op Bora Bora en dan een grote sprong richting Palmerston.



Nu we halverwege de Pacific zijn kunnen we wel zeggen dat het het mooiste is dat we ooit gezien hebben. De verlatenheid en puurheid van het leven op bijvoorbeeld de Markiezen, en de gulheid van de mensen die hier leven is mooi om te ervaren. We hebben veel plezier aan boord en we hebben zin in de volgende etappe. Laat ons vooral horen hoe het met jou gaat. Want dat is het enige dat we hier missen: jullie!

Ben en Miek










Tuamotu's