"Ik werd pas drie dagen later in het ziekenhuis wakker" zegt Roy als hij zijn bakkie het haventerrein afstuurt. "Ik was kennelijk neergestoken door mijn eigen bemanningslid. Bijna doodgebloed en op straat achtergelaten. Daarna ben ik maar gestopt met drinken." Roy zegt het bijna terloops. Twee jaar staat hij nu droog. "En dat bevalt toch beter." Ik zit naast hem in zijn bakkie, Afrikaans voor pickup-truck. Hij geeft me een lift naar het benzinestation om diesel te halen. Hij is zetschipper op een klein vissersbootje en wacht al een paar weken om uit te varen. Maar de vis blijft weg. "Als ze 40 mijl verderop in Stilbaai wat beginnen te vangen dan varen we uit. Eerder heeft geen enkele zin."
Maar die vis had daar 2 maanden geleden al moeten zijn. Hij zucht. "Die gasten van mij weten zich ook geen raad en zetten het op een zuipen." Zijn kop zit vol groeven van zon en zout, en ook van zorgen. Zijn blauwe ogen staan fel, maar hij kijkt verdrietig. Hij gebaart om zich heen naar de Mosselbaaise straten. Veel lege panden en vergane glorie. Als ik mijn jerrycans sta vol te gooien komen er twee stomdronken bemanningsleden van zijn schip aanwaggelen. Volgetatoeëerd en Afrikaans pratend met dubbele tongen. Roy is hun man. Een gekke Hollander die op zo'n piepklein bootje de wereld omzeilt kunnen ze ook wel waarderen. Ik krijg een stevige handdruk. De mannen, loensend van de drank, blank en begin veertig, zijn aan zware slijtage onderhevig. Slechte gebitten, eelt op de vuisten. Ruige gasten die het zwaar hebben. Het nieuwe politieke bewind is ze nou niet echt op het lijf geschreven. Als arme blanken bevinden ze zich sinds een paar jaar onderaan de voedselketen. En er is niks geen vis te vangen. Dus geen geld. De drank wacht ze elke dag geduldig op. "Misschien varen we volgende week. Toch? Roy?" Roy lacht ze toe. "Wie weet jongens." En we scheuren weer naar de haven, mijn volle dieseltanks achterin het bakkie.
Mosselbaai was de enige schuilplek toen bleek dat we de lagune van Knysna niet in konden varen. Deze lagune heeft een zeer smalle entree, en toen wij daar op 1 januari om 7 uur 's ochtends langsvoeren braken er vier meter hoge golven over de volle breedte van de ingang. Levensgevaarlijk vond ook de reddingsdienst die ik even had gebeld. En dus werd het een ruige en uiterst zoute tocht tegen aantrekkende wind naar Mosselbaai, 45 mijl verderop. En daar liggen we drie dagen langszij een vissersschip. Gemengde emoties in het nieuwe jaar, want Miek hoort dat haar oma erg ziek is en ik krijg uiterst slecht nieuws over de gezondheid van mijn studiemaatje Richard. En zo slijten we drie mooie dagen tussen vissers en toeristen. Vincent en Linda, op weg naar Knysna, logeren een nachtje aan boord en ik bak een Heek-filet van twee kilo tot lekkerbekjes om dat te vieren. Volgende week reizen we nog een paar dagen samen door het land.
Nu wachten we totdat de wind weer terug naar Oost draait. En wachten onze vissers op vis in Stilbaai. Ik drink een biertje met Bruno, de buurman als dank voor de vis die we van hem kregen. Lekkere Panga die we bakken met knoflook en gember. Hij kan geen vis meer zien, heeft er al teveel van gegeten. Ook hij heeft geen cent te makken en vertelt over de betere tijden. De beveiligers die de haven moeten bewaken verdienen ook maar een zeer mager loontje. Toch zijn de zaken voor hun anders. Het zijn zwarte jongens en meisjes en dit baantje is voor hun duidelijk een gigantische sprong voorwaarts. Omdat we geen havenpasje hebben, moeten ze telkens de poort voor ons opendoen. Onze boodschappentassen vinden ze dan heel interessant. Ze vragen geregeld of ze wat van de boodschappen mogen hebben, of wat geld. Ik weiger telkens met een grapje of een mengeling van verontwaardiging en beleefdheid. Uiteindelijk moeten zij natuurlijk wel het hek voor ons van slot halen.
Nu varen we met bijna acht knopen af op Simonstown, iets ten zuiden van Kaapstad. We hebben vannacht Kaap Agulhas gerond en zijn dus weer officieel in de Atlantische Oceaan. Drie oceanen hebben we er nu opzitten. De zon schijnt fel op Kaap de Goede Hoop die we ten noorden van ons zien liggen terwijl we False bay binnen varen. Dan gaat de telefoon. Miek's vader vertelt dat Oma is overleden, zojuist. Om ons heen de prachtige natuur in de volle zon. De Tafelberg schuilt achter een dun wolkendekje ver aan de horizon. De zee is vol met leven. Een school met honderden dolfijnen op jacht gebruikt onze boot als verzamelplaats, zeeleeuwen schieten onder ons door op jacht naar sardines en haaien jagen op zeeleeuwen. Daarboven honderden vogels die zich wild laten neervallen. Een mooie plek om verdrietig te zijn.
Groeten
Ben en Miek
----------
radio email processed by SailMail
for information see: http://www.sailmail.com
mooi verhaal en sterkte!
BeantwoordenVerwijderengroet
Thijs Leeman
Lieve Miek en Ben
BeantwoordenVerwijderenGecondoleerd met het verlies van je oma!
Liefs Noortje
Gecondoleerd met het overlijden van je oma, vreselijk nieuws om dat te horen als je zo ver van huis bent. Heel veel sterkte & God Bless....
BeantwoordenVerwijderenLiefs en sterkte van ons allen,
BeantwoordenVerwijderenA Small Nest
Lieve Miek en Ben,
BeantwoordenVerwijderenGecondoleerd met het overlijden van oma.
Sterkte!
Liefs Suzanne
lieverds, heel veel sterkte met zoveel verdriet en kut nieuws! We denken aan jullie vanuit het boshuis
BeantwoordenVerwijderenInternet brengt je zo dichbij met woorden, maar op zo'n moment zul je "thuis" vast erg missen. Sterkte met het verlies van oma.
BeantwoordenVerwijderenLiefs, Lisette