vrijdag 30 oktober 2009

Een groene Fiat Uno


Ik heb vroeger bij een Fiat dealer gewerkt. Fiat’s wassen, boenen en poetsen. Totdat ze weer als nieuw waren. Maar dat lukte bijna nooit omdat het van die kloteauto’s waren. Met slechte lak en loszittende onderdeeltjes. Nu weet ik dus beter. Want alle auto’s die ik toen gepoetst en vervloekt heb, rijden hier nog steeds rond. Onverwoestbaar. Nooit gedacht dat ik ooit nog lovend zou worden over Fiat Uno’s. Toch kan ik niet anders. Marokko doet rare dingen met je. De lokale taxi’s hier zijn bijna allemaal Uno’s. En ze brengen je voor een prikkie overal naartoe.



Bang om afgezet te worden zijn we niet meer. Die bangmakerij lees je namelijk als je je gaat ‘voorbereiden’ op je aankomst hier in Marokko. Vooral de Lonely Planet is er goed in. Al proberen ze het in die reisgids te verbloemen met een dun en uiterst krokant laagje politiek correct geneuzel. Feit blijft dat je volgens de reisgids overal moet afdingen, je blonde vrouw goed stevig inpakken, en haar beschermen tegen de priemende blikken van kolkende massa’s door hormonaal wanbeheer uiterst oververhit manvolk.

In de praktijk blijkt dat allemaal heel erg mee te vallen. De Marokkanen zijn een uiterst fatsoenlijk, vriendelijk en beleefd volk. Op de markt vragen ze ons exact wat ze de locals vragen. De taxichauffeur geeft 30 cent terug als ik hem een euro geef en de perenverkoper legt met behulp van diverse toevallige omstanders aan ons uit dat de peren momenteel écht zo duur zijn hier.


Lees je de huidige politieke barometer, dan zou je denken dat men in Nederland krankjorem geworden is. In Mohammedia, waar we nog even liggen, loopt een jongen van 17 de halve stad discreet achter ons aan om ons nog even op de juiste afslag naar het station te wijzen. Nadat we hem eerder de weg ernaartoe gevraagd hadden. Voor het geval we misschien toch nog dat gigantische gebouw zouden missen offert hij een halfuur van zijn huiswerk aan ons op. Of de nachtwaker in de haven van Rabat. Toefak heet ie. Toen we er laatst om 6 uur ‘s morgens achter kwamen dat de mannetjes die je de rivier over roeien voor een dubbeltje nog niet actief waren op dat goddeloze uur, wilde Toefak ons wel naar de overkant brengen. Daar kon hij 2 euro mee verdienen, want dat is het vaste tarief dat de haven hanteert voor overtochtjes met de Zodiac. Maar toen bleek dat we met de trein naar Fes gingen en wilden oversteken om naar het station van Rabat te gaan, weigerde hij resoluut. In plaats daarvan liet hij ons weer uit zijn bootje stappen en liep met ons mee naar het veel dichterbij gelegen station van Salé. Ondertussen kletsten we wat. Toen we er na een kwartier waren kregen we een hand en wilde hij verder niets weten van enige beloning. Even later zaten we in een uiterst comfortabele trein en zoefden we richting Fes.



Er is ook een ‘maar’ in dit verhaal. Want wat we onderweg uit het raampje zagen was af en toe wel heel troosteloos. Een keukenhof aan veelkleurige plastic zakjes, half kaalgeplukte bossen en treurige sloppenwijkjes. De natuur die we zien is verneukt door armoede en wildgroei. Hoewel Marokko volop in ontwikkeling is, rijden we met de trein voorbij de facade en zien we een hoop armoede en lelijkheid. Half ingestorte fabrieken en magere ezels die grazen op met plastic overwoekerde akkers. De ‘randstad’ van Marokko is een smerige zooi. Natuurbehoud is een hobby voor rijke stinkerds als wij die genoeg te eten hebben. En daarna nog zoveel geld over houden om er van op wereldreis te gaan. Op de tafels van een heleboel gammele huizen waaraan wij voorbij zoeven staan lege pannen. En wij zijn lekker pittoresk op wereldreis aanbeland in de derde wereld. “Wel goed afdingen hoor!” En ondertussen zijn de mensen hier buitenaards vriendelijk, behulpzaam en begaan met ons lot.

Met Marieke, onze hooggeëerde gast van de afgelopen week, zijn we uitgebreid op excursie geweest in Rabat, Sale en Casblanca. Dat was zo gezellig dat we af en toe vergaten dat we in Marokko waren. Totdat we een kouwe pils wilden drinken op een terrasje en dat niet mogelijk bleek, tenzij we ergens achterin, bovenin een donker hoekje gingen zitten. Maar ik mag van mijn geloof niet drinken in donkere hoekjes. In de taxi wilden we nog even langs de bierverkoop van de Supermarkt. We kwamen erachter dat de taxichauffeur, een hele toffe gast overigens, liever geen bier in zijn groene Fiat Uno wilde vervoeren. En dus hebben we uiteindelijk een kouwe P. gedronken aan boord van de Blauwe P. Ook prima.

In Rabat hebben we trouwens nog bijna de gehele biervoorraad van de FLIX opgedronken. Een Nederlandse boot met erg goeie gasten aan boord. Felice en Inge: De door mij geplande welkoms couscous voor Marieke viel door hun gastvrijheid compleet in het water. Het werd een liquid dinner bij Inge en Felice. Ik heb inmiddels ook een voorraad STORK -prima Marokkaanse pils - ingeslagen, dus Felice, we wachten op een tegenbezoek.



Na bijna twee weken Marokko moet de conclusie wel zijn dat ik zelden in zo’n gastvrij land geweest ben. De steden zijn lelijk, groot, vol, vies en prachtig. De geuren op straat pingpongen tussen rotte vis, verse kruiden, kippenstront en heerlijke grillvlees. Onze westerse hygiënetik is aan de Marokkanen voorbij gegaan. Hun weerstand is ongetwijfeld een stuk hoger dan de onze. De muntthee is verrukkelijk, en de zoete broodjes zijn verslavend. De bureaucraten zijn uiterst fatsoenlijk en efficiënt, de Hassan 2 moskee is een flinke knoeperd en de schoolmeisjes van 16 zijn erg nieuwsgierig.



We zijn na het vertrek van Marieke nog even gebleven in Mohammedia omdat ik een verhaal aan het afmaken was. De faciliteiten zijn hier prima en de haven is goed betaalbaar. Je zit wel een stukje van het stadje vandaan, maar daar is nou ook weer niet zo heel veel te zien. Voor inkopen, diesel bunkeren of excursies landinwaarts is het een prima plekje. Ook zijn de douches warm en mogen we gebruik maken van de luxe jachtclub met zwembad. Met een grote taxi ( witte Mercedes 220D) rij je voor 1 euro naar Casblanca. Maar dan zit je wel bij tante Ali op schoot. Op het terras voor het station kun je uren thee, koffie en cola drinken voor een habbekrats. De naastgelegen patisserie verkoopt de meest heerlijke broodjes en die mag je op het terras opeten. Beter lunchen kan bijna niet.

Nu gaan we ons voorbereiden op vertrek naar het Zuiden. Essouiara of Isla Graciosa, dat zien we nog wel. Er toetert een groen Uno, we moeten gaan!

Ben










4 opmerkingen:

  1. Hi Ben en Miek!
    Wij volgen jullie sinds jullie vertrek in Nederland met elk verhaal. Wij vertrekken juni 2010 voor een reis rond de wereld, dus verlekkeren ons nog aan jullie leuke verhalen. Ook lezen we ze met grote gretigheid om te kijken of daar of daar misschien ook heen willen en we 'stelen' wat wijsheden van jullie voor onze voorbereiding ;-)

    Wat jullie hierboven schrijven over de Lonely Planet, wij hebben al jaren precies hetzelfde gevoel. Als je de LP leest voordat je weggaat, vraag je je af wat je in hemelsnaam in dat land gaat doen! Maar er staat altijd toch ook wel veel info in.

    Een behouden vaart en wij 'varen' vanaf Holland stiekum mee.

    Groetjes,
    Etienne en Denise
    SY La Luna

    BeantwoordenVerwijderen
  2. He, in Colonia de sacramento, Uruguay hebben we ook kouwe P. Merk Patricia. Heb er net een paar gedronken tegen de kou, het regent als een gek vandaag, maar het werkt niet echt. Ga maar iets sterkers proberen nu. Beso

    BeantwoordenVerwijderen
  3. Na het zien van deze foto's kan ik me jullie nieuwe inrichting al voorstellen. Inclusief de Uno als uitstulpende creatie in de muur ;-).

    Gisteren helemaal blij thuis gekomen met zo'n bijzondere kaart. Alsnog een beetje jarig ;-). THANKS. Samen nog maar eens goed vieren met zo'n kouwe P. :p.

    Kus

    P.S: wat zijn jullie heerlijk (vies) bruin :-)

    BeantwoordenVerwijderen
  4. Hallo Ben en Miek,

    We snappen er niet veel van dus weten niet of dit bericht zo goed overkomt.
    We lezen bij tijd en weile jullie verslagen en genieten niet alleen daarvan maar ook van de mooie foto's. Het lijkt mij echt 'n openbaring zo tussen 'vreemde volkeren'.
    Heel veel groeten van ons (liefs van je tante)

    Francesco en Margareth

    BeantwoordenVerwijderen