zondag 25 april 2010

Pinguino Pacifico


De zweem van ingewikkeldheid over het Panamakanaal is geheel aan ons voorbij gegaan. Veel zeilers gaan eerst oefenen, door met een andere boot mee te gaan. Maar vanaf het maken van de afspraak voor het opmeten ging het allemaal zo snel dat we er geen tijd meer voor hadden. Vorige week zaterdag hebben we de afspraak voor het meten gemaakt en een week later zijn we er door.

Donderdag zijn we van kantoor naar kantoor gestuurd om uiteindelijk met ons felbegeerde 'Zarpe' weer naar buiten te stappen. Hier in Panamees water moet je een 'Zarpe' hebben voor elke verplaatsing die je maakt en dat is een uitstekende vorm van werkverschaffing. Met alle juiste papieren op zak, een boot vol proviand, water en diesel worden we om 15.00 uur verwacht bij de wacht voor de sluis. Hier moet je ankeren tot de loods aan boord komt. Op vrijdagmiddag stappen Sven, Ondine en hun dochters Enya en Mia aan boord, gooien we de trossen los en is het zo ver. We voelen ons net een huurboot, stootkussens en autobanden rondom, terwijl we de haven uitvaren. Met ons liggen nog 4 boten te wachten op een loods. Om 18.15 uur komt deze aan boord en daar gaan we. Met een beetje zenuwen en een heleboel nieuwsgierigheid varen we bij ondergaande zon naar de eerste sluis. Na 7575nm te hebben gevaren nemen we afscheid van de Atlantische wateren.

Het verschil tussen zeeniveau en het Gatunlake is 27 meter. Om deze hoogte te bereiken zijn er drie aaneen gesloten sluizen die per keer negen meter stijgen. In tegenstelling tot de Nederlandse sluizen lig je hier niet tegen de muur aan maar in het midden. Niet in je eentje, maar vast aan een of twee andere boten. De Teou, een catamaran van 15 meter, ligt in het midden. Wij aan bakboord en de El Chiringuito aan stuurboord. De buitenste boten doen het lijnenwerk naar de sluismuur. De Teou, in het miden, doet al het manoeuvreren van sluis naar sluis. Het is alsof hij alleen vaart, geweldig zoveel motorpower. Als we de sluis invaren staan er vier mannetjes op de kant die een hulplijn werpen. Als voordekker is aan mij de eer om deze lijn te vangen en vast te knopen aan mijn 50 meter lijn. Dan lopen de mannetjes met de lijn naar het einde van de sluis om daar mijn lijn om een bolder te leggen en moet ik deze strak houden. Ondine helpt me met het strak houden van de lijn want met zoveel boten is dit behoorlijk zwaar werk. Het geweld waarmee de sluizen vullen is onvoorstelbaar, zeker als je bedenkt dat ze geen pomp gebruiken maar alleen zwaartekracht. Het zoete water komt met behulp van zwaartekracht door 16 gaten de sluis binnen. Het mengen van zoet en zout water gaat met enorme draaikolken gepaard. Ben doet samen met Sven de achterlijn, terwijl hun dochters de opdracht hebben zoveel mogelijk foto's te maken. Zo gaan we in 3 uur door de drie sluizen heen en gaat onze loods weer van boord, als we vast liggen in het Gatunlake. We maken snel wat te eten en gaan slapen. De boot is vol maar iedereen vind een plekje.

Om 5 uur worden we door de apen gewekt die in dit oerwoud wonen en om 6 uur stapt een andere loods aan boord. Vandaag de andere 3 miraflor sluizen. Het is prachtig varen over het meer tussen de groene oerwouden door waar vanwege het kanaal geen menselijke bewoning meer is. Er staat geen wind dus we maken uitgebreid gebruik van het grote zoete meer om verkoeling te zoeken. Op het voordek wordt de ene emmer water na de andere over elkaar heen gegooid. Alleen onze loods zit zwetend op het achterdek te balen dat we geen airco hebben.

Na vijf uur varen zijn we bij de eerste sluis aangekomen en binden we ons weer vast aan de Teou. We gaan de eerste sluis in, vangen de hulplijn, maken ons vast en zien dan achter ons de Ryndam, een Cruiseschip uit Nederland binnenkomen. Eenmaal bij de derde sluis begint het langzaam bij alle zeilers door te dringen, achter deze deuren ligt de Pacific. Als de deur open gaat klinken er vreugde kreten, om de veilige passage en de nieuwe avonturen toe te juichen.


Dag Atlantische oceaan! Hallo Pacific!

Miek

Voor wie ons deze keer niet heeft gezien op de webcam van de sluis, heeft nog een kans op maandag en dinsdag. Maandag gaan we namelijk met de Mojo van Sven mee. Als de tijden ongeveer gelijk zijn kan je ons zien maandag rond 19 uur (2 uur NL) in de Gatun sluizen en op dinsdag rond 11 uur (18 uur NL) in de Miraflor sluizen. En voor wie het in de reacties niet gelezen heeft, de Zeilen met daarin ons verhaal is uit!

----------
radio email processed by SailMail
for information see: http://www.sailmail.com

woensdag 21 april 2010

Mogen we dan nu ons geld terug?


Is het geen plaatje? Deze pinautomaat speelt momenteel een hoofdrol in ons emotionele leven. Dat is geen best teken hoor ik u denken. Maar zoals met alles zit daar een verhaal achter. Het is een romantisch, nee, episch verhaal. Een verhaal over vertrouwen, hoop en zonde. Over misbruik, woede en de neiging om bepaalde instituties met springstof te verpulveren. Over trouw, liefde en vertrouwen in de goede afloop. Maar daarover later meer.

Ondertussen liggen we zo'n beetje recht voor de sluisdeuren van het Panama kanaal. Daar doorheen willen varen voor zoiets onbenulligs als 'voor de lol' is moreel verwerpelijk vanwege de honderdduizenden doden die de aanleg van het kanaal ooit vergde. Maar als de katholieke kerk weg kan komen met duizenden verjaarde kinderverkrachtingen, dan moet het een gerenommeerd instituut als de Blauwe Pinquin toch ook wel lukken om de geschiedenis van een half miljoen dode graafindianen met een glimlach voorbij te varen. Het is nu eenmaal niet het tijdperk om je overal maar en beetje druk over te maken, hebben we ons laten vertellen. En dus zijn we te beroerd om rond de kaap te varen. Ondanks dat, blijkt het passeren van het Panama kanaal in de perceptie van velen een nogal halsbrekende barriere. Vooral met zoiets onbenulligs als een klein bootje. Er hangt een zweem van ingewikkeldheid rond deze passage. Moeilijk, duur, bureaucratisch, Kafkaiaans, corrupt, Babylonisch en vooral traag. Wij waren eigenlijk wel benieuwd of dat nou wel zo terecht is.

Als vetgemeste kleuters aan de hand van wolven laten een hoop zeilers zich door duurbetaalde agenten door een oerwoud van formulieren, afspraken en betalingen leiden. Dat is nergens voor nodig hebben we gemerkt. Met wat frisse moed, een extra pufje deodorant en een quasi onverschillige blik zijn we zelf alle bureau's, bootopmeters en betaalloketten afgegaan. Het decor van dit alles is Colon, volgens velen, alweer niet geheel juist, de gevaarlijkste stad allertijden.

GEEZOES had zijn dag niet

De avonturen alhier volgen spoedig, maar niet voordat we melden dat we aanstaande vrijdag voor kanaalpassage gepland staan. Een Zuid Afrikaans gezin gaat met ons mee om te helpen met de lijnen. Wij helpen daarna op onze beurt deze hele leuke familie door het kanaal. Op de webcams van het kanaal kun je ons volgen: we zullen ergens vroeg in de morgen van vrijdag op zaterdag (NL tijd) passeren in de eerste sluizen van onze passage die van de gatun locks.

Ons Atlantische oversteek-proviandering-verhaal komt trouwens in het mei nummer van Zeilen, en niet in het juni nummer. Wees er snel bij, want er worden er maar 36.839 van gedrukt.

groeten
Ben




Tot slot nog even snel een tip. Off-topic, zoals dat zo mooi heet. Het zal niet lang meer duren, maar momenteel wordt DIT nog steeds als links gezever weggezet. Mijn advies, probeer die gedachte even 50 jaar vast te houden, dan drinken we er dan een glaasje op.

zaterdag 10 april 2010

En zijn staart was wel vier meter lang.



We hebben 'm denk ik wel gevonden. De beste ankerplek allertijden. Glashelder water, en we liggen naast ons eigen eiland. Dat is een volledig ongerept palmeilandje, met wit zand rondom en mooie wuivende palmbomen erop. Daar hebben we gisteren heerlijk gefikt en onze vangst gegrillt op het vuur. Een hele dikke Spaanse makreel van een kilo of 7, en die smaakte heel lekker. Van houten stronken heeft ooit iemand een bank en tafeltje gemaakt en daar zaten we onder de cocospalmen onze eigen vis op te smikkelen. Lokaal biertje erbij, koud, want de zonnepanelen doen het erg goed. Af en toe even zwemmen, en verder lekker fikken.


Even verderop liggen nog een paar bootjes, maar het voelt alsof we hier alleen zijn. Gisteren hebben we een paar boodschappen gedaan op een Kuna eiland. Dat is heel leuk, want de Kuna's zijn reuze aardig en ze bakken hele lekkere broodjes. We hebben onze voorraad mango's, ananassen, bier, paprika's en rum even aangevuld. Een dag eerder hebben we heerlijk water uit de jungle getankt bij een ander dorpje. Rio Azucar geheten. We lagen daar eventjes langzij een Colombiaanse handelsboot. Aardige gasten, die hier de cocosnoten op komen kopen (voor 15 cent per stuk). Terwijl we de watertanks aan het vullen waren kwamen de kano's af- en aanvaren. Iedereen kwam zijn cocosnoten brengen, en ondertussen hadden ze vaak ook nog allemaal verse mango's bij zich, en die heb ik toen maar van ze gekocht. Net geplukte rijpe mango's, zo van de boom. Die zijn lekker!

De vorige blogbijdrage kwam van een eiland met een internet indiaan. Op dat eiland heb ik de foto's voor ons artikel in de Zeilen doorgestuurd. (Zegt het voort, de Blauwe Pinquin krijgt weer een artikel in de Zeilen, juni editie en die dikke spiegelreflexcamera is nu dus al bijna terugverdiend) Wat blijkt nou, die indiaan, Hernando geheten, heeft zo gaat het verhaal, vorig jaar de 'lottery of the ocean' gewonnen. Zo heet dat hier als je aangespoelde coke vindt. Hij heeft een paar zakken cocaine op het strand gevonden. Dat gebeurt hier nog wel eens, en er zijn opkopers die er 2000 dollar per kilo voor geven en verder geen vragen stellen. Met dat geld heeft hij zijn satellietschotel, een koelkast en een batterij zonnepanelen gefinancierd en nu verdient hij een klein centje met internet en kouwe biertjes. Briljant toch!



Ik heb ook voor het eerst gesnorkeld met een mega manta rog. Iedereen vindt dat altijd zo'n geweldige ervaring, maar ik vond het eigenlijk doodeng. Hij zwom opeens onder de boot door toen ik net een beetje aan het onderwaterschrobben was. Het leek net alsof er twee olifantenoren aan de haal waren gegaan, met ertussenin een soort kruimeldief met tanden, en een stroomsnoer erachteraan. Hij kwam opeens recht op me af en toen heb ik het wereldrecord onderwateraccelereren verbroken. Ik ben nog niet zo'n snorkelheld. Een mooi beest, op een vogelbekdier achtige manier. En zijn staart was wel vier meter lang.



Vincent vermaakt zich trouwens ook uitstekend. Hij heeft al twee megakunstwerken gemaakt op iddylische strandjes. Bij het laatste object heb ik mogen assisteren. Dat was ook wel nodig, want zijn artistieke drang heeft hem doen besluiten een aangespoelde boomstam van minstens vijf meter lang, rechtop op het strand te verheffen. Dat is wonderwel gelukt. Drijfhout is duidelijk het medium waarmee hij zijn diepe verbondenheid met het landschap kenbaar maakt. Zijn cross-culturele beeldentaal grijpt intens aan en verbindt bevolkingsgroepen in gezamenlijke en gedeelde waardering voor de ongereptheid der natuur en het diepe respect voor de krachten die drijvende objecten schijnbaar willekeurig over verschillende tropische eilanden distribueren. Met het weder doen verrijzen van schijnbaar toevallig aangewaaid oermateriaal geeft hij de paasgedachte een nieuwe ecologische lading en verbindt hij mensen in de strijd tegen de willekeur. Ik hoop alleen dat de her en der verrezen falli van drijfhout niet plotsklaps zullen omvallen en zo een gevaar zullen vormen voor de kleine vrolijke indianen die ze in grote getalen van heinde en verre komen bewonderen.

fijne groet
Ben

----------
radio email processed by SailMail
for information see: http://www.sailmail.com




zondag 4 april 2010

Zalig pasen van Kuna Yala



Ik zit in een rieten hutje, mijn voeten in het zand. De lokale Kuna indiaan heeft een satellietschotel gekocht en biedt sinds een week internet aan vanaf zijn eilandje. op zonne-energie en onder een rieten dakje. Er zijn drie snoertjes en het is erg traag. De Blauwe Pinquin drijft voor het eiland achter haar anker, het volleybalveld naast het hutje wordt druk bespeeld. De zeilers tegen de Kuna indianen. Meestal winnen de (piepkleine) Kuna's. Ze hebben volleybal tot erezaak gemaakt en zijn beregoed. Vincent, mijn broeder, is sinds gisteren aan boord, dus het is feest. Zijn vliegtuig scheerde rakelings over onze mast. We liggen nu naast een ander eiland, 3 mijl van het vliegveldje. Er zit ook een krokodil, maar die hebben we nog niet gezien. Het paasontbijt vanmorgen was een waar genot. Gekookt eitje, versgebakken broodje en paasservetten die Vince had meegenomen.



We zijn sinds donderdag in de San Blas archipel, oftewel Kuna Yala, zoals de indianen het hier noemen. Het is een trots volk met een grote autonomie en zelfbestuur. Het is ze gelukt om hun traditionele waarden goed te beschermen en dat heeft ertope geleid dat de omgeving hier nog (bijna) net zo paradijselijk is als zeg een eeuw geleden.

Toen we wilden inklaren bleek de immigratieman aan het snorkelen. Met blote bast en druppende zwembroek werden even later snel een helehoop stempels in onze passen geknald. Zoutwaterdruppels op het carbonpapier. Drie minuten later waren we klaar en dook de immigratieman weer te water. Warmste welkom tot nu toe door de officials. Het is hier paradijselijk en vol met Kuna indianen en zeilers. De zeilers zijn allemaal beregezellig, roepen elkaar continu op op de marifoon, klonteren samen langs het vollybalveld en stralen een heel uniek soort gezouten natuurarrogantie uit. Alsof een wereldzeiler die al jaren onderweg is, het toppunt der evolutie is.
De Kuna's denken daar duidelijk anders over, en ze hebben gelijk. Het zijn trouwens erg lieve, uiterst gastvrije en vrolijke lui. En ze kunnen belachelijk goed vollyballen. We krijgen elk dag een paar kano's op bezoek die vis, mola's en ander mooi spul aanbieden. We hebben sinds eergisteren ook een heuze swastikavlag in het want hangen. Niet omdat we de PVV plots zijn gaan aanhangen. Het is de Kuna Yala vlag en die ziet er op het eerste gezicht nou eenmaal uiterst politiek incorrect uit.


Zalig pasen en de groeten
Ben