Het kost wat moeite om weg te komen hier. San Cristobal is een erg schappelijk eiland, met vriendelijk volk. Elke avond zakt de zon hier spectaculair in zee, na eerst de gebouwen op de kade met een warme gloed te hebben overgoten. Wij eten dan soms een ijsje of drinken een borrel met het volk dat hier ook rondhangt. Er hangen hier erg veel ongure types rond. Soms proberen ze aan boord te komen, maar dat lukt ze gelukkig nooit.
De zeeleeuwen knorren en grommen overal doorheen, en gelukkig zijn ze nét niet lenig genoeg om bij ons in de kuip te klimmen. Ze stinken, maar zijn verder een toonbeeld van dierlijk vernuft. Het is verbazingwekkend hoe veel acrobatiek ze uit hun lompe, vette lichamen kunnen peuren. Te water gedragen ze zich als gracieuze goden, aan land zijn het meer varkens na een amputatiecursus. Totdat ze in beweging komen en pijlsnel voort blijken te kunnen hobbelen op hun tot poten getransformeerde zwemvinnen. De dominante mannetjes zijn het meest lachwekkend. Hoewel erg indrukwekkend, is hun gedrag voorspelbaar en volgens moderne maatstaven weinig verheffend. Al verkrachtend en boerend wentelen ze zich rond in de uitwerpselen van hun teefjes. Zelfs tijdens die grandioze zonsondergangen gaat dit barbaarse schouwspel onverminderd door. Kleuters moeten vluchten of worden platgedrukt, en rivaliserende andere mannetjes worden op luide toon, ondersteund door harde kopstoten en vervaarlijk tandvertoon op afstand gehouden.
Dat primaire gedrag is onder mensen reeds lang verdrongen. In plaats van iemand neer te knuppelen en het gewoon te pakken, loop ik netjes naar de havenmeester en haal een vergunning om diesel te mogen kopen. Diesel die later erg smerig blijkt te zijn, en alweer sla ik niemand tot moes, of bijt ik strottenhoofden open. Gelukkig laten ook de rivaliserende mannetjes zich niet meer verleiden tot basaal gedrag. En zo hoef ik niemand te doorklieven met het scherpe zwaard van mijn echtelijke trots. Ik pareer simpelweg wat grapjes over mijn beeldschone blonde vrouw, en iedereen is tevreden. Ondertussen brullen de zeeleeuwen gewoon door, en heffen wij het glas op de menselijke beschaving die ons allen nog rest. Het is, met andere woorden, tijd om weer verder te gaan.
De boot is er klaar voor, en wij zijn dat bijna. Miek herstelt van een klein griepje, en als dat zover is gaan we ankerop voor een nieuw hoofdstuk. De langste etappe tot zover wacht op ons. We proberen regelmatig onderweg de site te verversen. Jullie reacties zijn meer dan ooit welkom. Het kan ons niet triviaal genoeg zijn. Want ondanks dat het spannend en gigantisch is, wat ons daar wacht, hopen we stiekem op rustig weer en kalme zeeën, zodat ons leven op de oceaan gevuld kan zijn met triviale beslommeringen en gedachten. Gedachten en beslommeringen die waarschijnlijk veel saaier zijn dan jullie op basis van alle op deze plek beschreven avonturen zouden verwachten.
Tot snel
Ben