zaterdag 29 mei 2010
Bijna op weg
Het kost wat moeite om weg te komen hier. San Cristobal is een erg schappelijk eiland, met vriendelijk volk. Elke avond zakt de zon hier spectaculair in zee, na eerst de gebouwen op de kade met een warme gloed te hebben overgoten. Wij eten dan soms een ijsje of drinken een borrel met het volk dat hier ook rondhangt. Er hangen hier erg veel ongure types rond. Soms proberen ze aan boord te komen, maar dat lukt ze gelukkig nooit.
De zeeleeuwen knorren en grommen overal doorheen, en gelukkig zijn ze nét niet lenig genoeg om bij ons in de kuip te klimmen. Ze stinken, maar zijn verder een toonbeeld van dierlijk vernuft. Het is verbazingwekkend hoe veel acrobatiek ze uit hun lompe, vette lichamen kunnen peuren. Te water gedragen ze zich als gracieuze goden, aan land zijn het meer varkens na een amputatiecursus. Totdat ze in beweging komen en pijlsnel voort blijken te kunnen hobbelen op hun tot poten getransformeerde zwemvinnen. De dominante mannetjes zijn het meest lachwekkend. Hoewel erg indrukwekkend, is hun gedrag voorspelbaar en volgens moderne maatstaven weinig verheffend. Al verkrachtend en boerend wentelen ze zich rond in de uitwerpselen van hun teefjes. Zelfs tijdens die grandioze zonsondergangen gaat dit barbaarse schouwspel onverminderd door. Kleuters moeten vluchten of worden platgedrukt, en rivaliserende andere mannetjes worden op luide toon, ondersteund door harde kopstoten en vervaarlijk tandvertoon op afstand gehouden.
Dat primaire gedrag is onder mensen reeds lang verdrongen. In plaats van iemand neer te knuppelen en het gewoon te pakken, loop ik netjes naar de havenmeester en haal een vergunning om diesel te mogen kopen. Diesel die later erg smerig blijkt te zijn, en alweer sla ik niemand tot moes, of bijt ik strottenhoofden open. Gelukkig laten ook de rivaliserende mannetjes zich niet meer verleiden tot basaal gedrag. En zo hoef ik niemand te doorklieven met het scherpe zwaard van mijn echtelijke trots. Ik pareer simpelweg wat grapjes over mijn beeldschone blonde vrouw, en iedereen is tevreden. Ondertussen brullen de zeeleeuwen gewoon door, en heffen wij het glas op de menselijke beschaving die ons allen nog rest. Het is, met andere woorden, tijd om weer verder te gaan.
De boot is er klaar voor, en wij zijn dat bijna. Miek herstelt van een klein griepje, en als dat zover is gaan we ankerop voor een nieuw hoofdstuk. De langste etappe tot zover wacht op ons. We proberen regelmatig onderweg de site te verversen. Jullie reacties zijn meer dan ooit welkom. Het kan ons niet triviaal genoeg zijn. Want ondanks dat het spannend en gigantisch is, wat ons daar wacht, hopen we stiekem op rustig weer en kalme zeeën, zodat ons leven op de oceaan gevuld kan zijn met triviale beslommeringen en gedachten. Gedachten en beslommeringen die waarschijnlijk veel saaier zijn dan jullie op basis van alle op deze plek beschreven avonturen zouden verwachten.
Tot snel
Ben
donderdag 20 mei 2010
Iets met evolutie
San Cristobal, Galapagos. Na een overtocht van ruim negen dagen, zeilen we op zaterdagmiddag met een vlagerig windje langs dit vulkanische eiland op weg naar de haven. Haaien en walvissen rond de boot, een uitgebreid gezelschap aan zeevogels in de lucht. San Cristobal is een van de oudere Galapagos eilanden en verheft zich als een koeienvlaai boven het oceaanoppervlak. Gigantische lava hellingen lopen flauwtjes af in zee. Af en toe priemt daar als een harde keutel een torenhoge rechtopstaande rotsmassa tussendoor. De hoofdstad van de Galapagos archipel is een grappig, bijna mediterraan stadje aan een beschutte ankerbaai.
De grote aandrang die er heerst om dit natuurlijke wonderparadijs te bezoeken zorgt voor een stortvloed aan tourboten, tour-toeristen, backpackers en geldwolven. We zijn nog niet eens geankerd of er dient zich een agent aan. Hij wordt ons van alle kanten aanbevolen, en dus mag hij ons voor 100 USD langs alle instanties leiden. Een agent is verplicht hier, en schoorvoetend laten we ons als lopende geldbuidels bejegenen. Ondertussen schreeuwen de zeeleeuwen rond de boot. Helder water en vooral lekker fris. Door de koude Humbold stroom vanaf Antartica is het zeewater hier 10 graden kouder dan we gewend zijn. De inspectrice voor ongedierte en vieze vliegjes is langs geweest en we mogen blijven. Geen probleem. Ze wilde wel graag wat bier meenemen. De bijboot moet 's avonds aan dek, want er kruipt zo een dikke zeeleeuw in, en die krijg je er niet zomaar meer uit.
Papierwerk klaar, boot opgeruimd, zout afgespoeld en oren gewassen: tijd voor onze bezoekers. Carla en Andrea landen precies volgens plan en zijn een uurtje later aan boord. Naar het weerzien van de gezusters Stiekema is reikhalzend uitgekeken. We worden weer eens overladen met kadoos ( BEDANKT !!!) en vieren Andrea's verjaadag zowel in lokale als in Nederlandse tijd. Dat betekent een extra lange feestdag. Miek bakt een verjaarstaart voor haar met roze glazuurlaag. Erg lekker en met kaarsjes ook nog. Onze excursie naar de schildpadencreche mag er ook wezen en na een duik in zee op een prachtig verlaten strand verbeter ik het record op de 100 meter horzelloop. Achtervolgd door een zwerm bijtgrage horzels ren ik vanuit de branding naar onze beschutte picknickplek om me snel af te drogen. De horzels, of zandvliegen, houden van natte huid en bijten hard en onmiddellijk. 's avonds nemen we iedereen uit de kroeg mee aan boord om couscous te komen eten. De ankerplaats is een erg sociaal gebeuren, iedereen kent elkaar. Onze vrienden van de Mojo zijn inmiddels ook gearriveerd en dat is ook weer gevierd, en zo blijf je dus aan de gang.
Twee eeuwen terug waren de lieden die hier voor anker gingen ruig en ongeschoren. Deze zeebonken, vaak walvisvaarders, leidden een onvoorstelbaar zout leven, waren soms drie jaar onderweg zonder aan land te gaan en vreesden god noch gebod. Ze hadden maanden geen land gezien en ze stonken als de nacht. Ze boerden, scheetten en waren een gevaar voor elke vrouw in de wijde omgeving. Aan wal werden in een paar uur tijd honderden schildpadden gevangen en mee terug aan boord genomen als proviand. In getimmerde hokjes hielden de reuzenschildpadden het soms wel een jaar uit. Een betere bron van vers vlees was er niet.
De zeebonken van tegenwoordig ankeren in dezelfde baai. We zijn goed geschoren en douchen aan boord dankzij watermakers en generatoren. Aan de wal laten we ons voor veel geld rondrijden naar schildpaddenparkjes en zeeleeuwsnorkelstrandjes. In de namiddag wordt er geborreld en gaan de gesprekken over de nieuwe zomerkleuren, de vergankelijkheid van aardse rijkdom en de abominabele wifi-ontvangst in de haven. Ondertussen draaien de vaatwassers aan boord op volle toeren. De evolutie der mensheid is ook onder zeebonken genadeloos voortgeschreden.
Inmiddels zijn Carla, Andrea en Miek op een vier daagse rondtrip over de eilanden vertrokken. Ik blijf achter om op de boot te passen, wat werk te verrichten en lekker uit te slapen. We verwachten ergens volgende week klaar te zijn voor vertrek naar de Markiezen. Dat is 3200 mijl varen en verreweg de langste etappe van onze gehele reis. Amsterdam-Kameroen in stevig wandeltempo. We hopen het binnen vier weken te kunnen doen.
Groeten
Ben
vrijdag 14 mei 2010
Evenaar
Zojuist, vrijdag 14 mei om 13:17h lokale tijd, zijn we de evenaar overgestoken op 86 graden westerlengte. Onze nieuwe bijnamen, door Neptunus geschonken, zijn Gerda Guppie en Harold Hamerhoofd. Harold heeft zijn sik moeten inleveren en Gerda moet het met een lange pluk haar minder doen. We hebben Neptunus geëerd met een rum-offer en we hopen dat hij ons gunstig gezind blijft. We zijn erg trots en blij op onze trouwe Pinquin en we kunnen de Galapagos al bijna ruiken.
De laatste nachten worden we begeleid door grote groepen trekvogels die 's nachts met ons meevliegen, in de windschaduw van onze zeilen. Dat is niet alleen bijzonder, maar ook best gezellig. Al die vogels knorren, kibbelen, grommen en piepen voortdurend naar elkaar. Beurtelings worden ze door ons toplicht beschenen. Er is veel leven in de oceaan en het weer is gelukkig weer wat beter. De wind sleurt ons met 6,5 knoop door het water, van de tegenstroom hebben we geen last meer. Nu gaan we lekker vers brood eten om te vieren dat we op het Zuidelijk halfrond zijn gekomen.
----------
donderdag 13 mei 2010
Mannetje van de radio
Onze bus is de wind. Het is raar wat het met je doet. Als je geen wind hebt, word je langzaam wanhopig. Bij elke lichte rimpeling op het water hoop je dat dit de wind is waar je op wacht. Als de wind er dan is, ben je al je zorgen weer vergeten en geniet je van het zeilen over de wijde plas met water.
Elke ochtend kletst Ben via de SSB-radio met andere zeilers die van Panama naar de Galapagos gaan. Dit is vermakelijk en niet alleen voor het half uurtje dat het duurt, maar ook daarna. We kennen deze mensen allemaal niet en toch begint er nu na zo'n 8 dagen een steeds duiderlijker beeld te ontstaan van deze mensen en de overige bemanning. Of het beeld klopt dat zullen we op San Cristobal zien. Er zijn zo'n 8 boten die deelnemen aan het PanPacific net. Om 9 uur klinkt het 'this is Jan from Slipaway Slipaway for PanPacific net, are there any vessels under way, come now?
'Blue Pinquin'
'Yes, Blue Pinquin'
'Hi, we are with two people on board, current position 01degrees 06minutes North, 085 degrees 11 minutes West, over' waarna de positie herhaald wordt. 'Confirmative, all well, wind from the south 18 knots, over'
'OK, is there any traffic for Blue Pinquin' Stilte 'Are there any other vessels under way?' waarna Jim van Ceol-mor, Sara2, Clara van de Comfort Zone, Edwardo van de Tortuga, Marco Polo en Good News zich melden met hun huidige positie en wind. Aan het einde is er de vraag of iemand nog traffic wil. Nu is het de beurt aan Odol vanuit Costa Rica Mandam op te roepen. Elke dag weer, maar Mandam lijkt zich te verstoppen, hij houdt zich stil. Wat zou hier de reden voor zijn. Is Odol een stalker of schaamt Mandam zich ergens voor?
Bij alle krakende radiostemmen probeer ik me een persoon voor te stellen. Jan van Slipaway is een typisch Amerikaanse dame die het wel heel erg fijn vindt om te kletsen, type koffiejuffrouw. Ik denk dan ook dat haar man een stille, wat dikkige Amerikaan is die al lang blij is dat zijn vrouw nu even met andere mensen praat. De Ceol-mor heeft 5 mensen aan boord, een gezin met 2 jongens en een vriend. Jim is denk ik biologie leraar, ongeveer 1,75m, slank postuur. Dit in tegenstelling tot Edwardo van de Tortula, dit is een grote, stevige Braziliaan, een soort Jeromeke. Hij vaart samen met zijn vrouw Lourdes, wat een oogverblindende schone is. Clara en Korey maken hun Maidentrip. Ze hebben in Panama de boot gekocht, opgeknapt en zijn gaan varen. Clara en Korey zijn van onze leeftijd. Clara klinkt een beetje stijf, maar het lijkt of ze langzaam een beetje meer humor laat zien. Ik denk dat ze 1,70m is, slank en bruin haar met een streng brilletje, maar Ben denkt dat ze donkerblond is en zonder bril. Het echtpaar van de Sara2 hebben we ontmoet in ShelterBay Marina. Het is een echtpaar van halverwege 50 die het Hooglied meeneemt naar de wasmachines. We zullen zien met wie we vrienden maken, maar voor nu is het een bron van inspiratie.
Tijdens de lange periodes van wachten op wind, is het belangrijk om de sfeer goed te houden. En dit doen we met eten, veel eten, lekker eten. Zo heb ik het idee dat we 2 dagen geleden bij de pizzeria zijn geweest. Ben en ik hebben samen de meest geweldige pizza gedeeld. Een combinatie van een Fughi, Quatro Stagionie, Tuna, Veggi met als extra topping zwarte olijf. Heerlijk!
Wij hopen dat onze bus blijft rijden.
Groet Miek
----------
radio email processed by SailMail
for information see: http://www.sailmail.com
zondag 9 mei 2010
Zwarte Vlek
De Stille Oceaan doet haar naam eer aan. Het is stil, windstil en dat duurt al bijna 2 etmalen. We proberen te zeilen maar als de windmeter op 0 staat en de zee zo glad als een spiegel is, halen we de zeilen neer. Dan maar drijven op de stroom. Dit gaat een uurtje goed maar dan zet de stroom ons de verkeerde kant op. Toch maar de motor aan. Bij elk kleine zuchtje wind hoop ik dat dit de wind is waarop ik zit te wachten. Bij elk wolkje aan de lucht hoop ik dat het wind meebrengt. Helaas mijn geduld wordt op de proef gesteld. En na nog een nacht op de motor, trekt tijdens mijn ochtendwacht geleidelijk de wind aan. Ik rol de fok uit en zet de motor uit. Heerlijk zo zonder het geluid van de motor, alleen het kabbelen van de zee als achtergrond geluid bij het opkomen van de zon. Als Ben wakker is hijsen we het grootzeil en glijden de mijlen weer onder ons door.
'Ben!' gil ik, ik schrik als voor de boot opeens een zwarte vlek uit het niets opduikt en het geluid van een plons in de donkere nacht verdwijnt. Een walvis aanval? Ben is diep in slaap want er komt geen reactie, terwijl mijn hart nog stevig in mijn keel bonst. De zwarte vlek is een dolfijn die komt spelen. Hij springt en zwemt rond de boot. In de verte zie ik nu dolfijnen als torpedo's door het water schieten om ons bootje eens van dichtbij te zien. Dit keer schrik ik niet van al het gespetter en geplons rond de boot.
De Stille Oceaan is misschien wel wat stiller met wind maar niet qua dieren. Behalve de dolfijnen van vannacht, zagen we er al een paar een meter of 2 door de lucht duikelen, een aantal roggen springen en voeren we bijna over een schildpad heen. Ook qua vogels is het een drukte van belang. Welke vogels het zijn weet ik niet maar ze zijn groot, wit en hebben een zwarte rand op de vleugels.
Wat mij verder verbaast is de grote hoeveelheid boomstammen, plastic flessen, slippers, emmers en ander vuilnis wat hier ronddrijft. Op de Atlantische oceaan zag je zelden iets voorbij drijven, hier is het meer regel dan uitzondering. Ik moet helaas toegeven dat ik ook schuldig ben aan deze plastic vervuiling. Ik dacht dat de afdruipbak van de afwas leeg was, maar er bleek nog een tupperware deksel in te zitten...
Vandaag is dag 4 en dag 4 is nog altijd een feestdag aan boord van de Blauwe Pinquin. En als het een beetje blijft waaien hebben we nog maar een feestdag, maar misschien ook wel twee. We houden jullie op de hoogte!
Groeten Miek
----------
radio email processed by SailMail
for information see: http://www.sailmail.com
vrijdag 7 mei 2010
De lucht voelt anders
We vieren onze aankomst in de Pacific uitbundig met onze Zuidafrikaanse vrienden. Eerst waren we allemaal wat nerveus over dat gigantische kanaal en die sluizen. Toen gingen we er twee keer achterelkaar doorheen. Eerst met de Blauwe Pinquin, daarna met de Mojo. En nu voelen we ons echte kenners. En dat binnen 4 dagen. Proost! Als we terugroeien vanaf de Mojo na onze Pacificparty hebben we opeens stroom tegen! Dat zou je bijna vergeten. Er is hier weer getijverschil. Een meter of vier tussen eb en vloed, en dat maakt het de moeite waard om af en toe even na te denken voordat je vertrekt. Tegen stroom en wind in gaat de Pinquin niet zo hard. Dat merken we een paar dagen later als we naar het eilandkje Taboga varen. Verkeerd getimed. We motoren de kanaalmonding uit tegen de stroom in en doen uiteindelijk 3 uur over een stukje van 8 mijl.
De Pinquin barst dan weer bijna uit haar voegen van alle proviand, diesel, water en ongeduld. Onze ervaringen met en in Panama zijn bijzonder positief. Een erg mooi en vriendelijk land met hele lieve mensen. En je kunt erg goed inkopen in Panama city. De fruitmarkt was wat dat betreft wel een hoogtepunt. Overal waar we keken zagen we fruit. Bergen ananas, banaan en mango. Pakhuizen vol papaya, vrachtwagens vol grapefuits. Vanuit heel Panama komen de boeren hier hun spul brengen, en dat wordt voor vriendenprijzen verkocht, bijvoorbeeld aan ons. We kopen zoveel mango's en grapefuits als we kunnen laten dragen.
We laten het dragen, ja. Als volleerde neo-kolonialisten. Door een heel lief mannetje met een wagentje. Hij heeft nog maar een tand, en die zit een beetje los in zijn mond. Als hij lacht zie je 'm bewegen. Hij lacht vaak en dat is fijn. Als hij praat is hij wat lastig te verstaan. Hij biedt op onnavolgbare wijze zijn diensten aan en we kunnen zijn sjouwkunsten onmogelijk weigeren. Met zijn drieen sjokken we vrolijk rond, gaan een willekeurige hoek om en komen in een straat vol bananan. Vrachtwagens vol, en ze verkopen allemaal vanuit de achterbak. Voor een dollar kopen we een hele arm vol groene. Na een tijdje kunnen we geen vitaminen meer zien en worden we netjes thuisgebracht door een jongen die met de pick-up van zijn vader een centje wil bijverdienen. De boot puilt nu uit van de verse waren en we zijn klaar om te gaan.
Op het eiland Taboga vier ik mijn verjaardag. De boot is versierd. Eerst wordt ik overladen met kadoos en bakt Miek gevulde speculaas voor me. Lekker! Dan komen er allemaal mensen op de koffie en krijg ik nog meer kadoos. Ondertussen heb ik ook nog de carburateur van de buitenboordmotor gedemonteerd. Als alle visite weg is en we hebben gevollybalt met mijn nieuwe vollybal op het strand ( waarvoor we voor anker liggen), maak ik de carburateur schoon en schroef ik hem er weer op. Helaas zonder effect. De speculaas is dan al bijna op. Dan nog maar weer eens een andere bougie proberen. Met een ferme ruk aan het startkoord dient zich alweer een prachtig verjaarskado aan: een werkende buitenboordmotor! Nu zijn we helemaal klaar om te vertrekken.
Na een dagje stortregen en onweer, een nachtje rodeo anker-rijden aan lagerwal en een prachtige oerwoud wandeling met hele grote tarentula spinnen, vertrekken we van isla Taboga. We overnachten moederziel alleen in een prachtige baai op isla Bona. Lekker buiten slapen onder zestien triljard sterren. Dan naar de Perlas eilanden, waar we een korte stop maken op het eiland Pedro Gonzalez. We vangen onze eerste Pacific vis, een lekkere tonijn. We weten niet wie Pedro Gonzalez is of was, maar hij draait zich vast om in zijn graf als hij de toestanden in het enige dorp op 'zijn' eiland had gezien. Toen we even een kijkje gingen nemen in het dorp troffen we vrijwel iedereen laveloos aan, overal lege flessen bier en rum, en vanuit twee belendende huisjes knalde keiharde muziek tegen elkaar op. 6 mei is hier kennelijk een feestdag, of de woensdagmiddag kinderbioscoop wordt uitbundig gevierd. Een omaatje heeft op haar veranda aan het pleintje speakers die in een Gemertse disco niet zouden misstaan. Er komen hier bijna nooit bezoekers, we zijn een bescheiden bezienswaardigheid. We nemen een koude sinas en gaan een halfuurtje in de herrie tussen de mensen op het pleintje zitten. De politieagenten zitten ook aan de pils. Zij manen de buurman om zijn stereo nog iets harder te zetten. Een kip met maar een oog kijkt me indringend aan. Hij ziet er wat pips uit. Ik denk aan Kolonel Sanders. Behalve de herrie en het gezuip gebeurt hier weinig. Alleen de drankverkoper spint daar garen bij. Gelukkig is het eiland zelf erg mooi, al lijkt het tamelijk ondoordringbaar. Overal wilde ongetemde planten en bomen die zich van al die zuiperij niets aantrekken. De natuur wacht geduldig af om de boel hier weer over te nemen.
Nu zijn we echt onderweg naar de Galapagos. De winden zijn licht, maar uit de goede hoek. De Perlas eilanden verdwijnen aan de horizon en de zee is momenteel kalm. We kabbelen vrolijk over deze nieuwe oceaan. We zijn in een nieuwe wereld. Dat merken we ook aan het weer. De lucht voelt anders. Dikkere wolken, hogere onweersbuien. Alsof de wind hier liever vertikaal stroomt. We proberen snel vrienden te maken met de reus waarop we nu varen. Ruim een derde van het gehele aardoppervlak beslaat ze. De Galapagos liggen 820 mijl verderop op ons te wachten.
groeten
Ben
----------
radio email processed by SailMail
for information see: http://www.sailmail.com