woensdag 28 maart 2012

Eindeloos

Op Saint Helena is geen vliegveld dus je kunt het eiland alleen per boot bereiken. Je komt er ook niet zomaar weg, het dichtstbijzijnde land is 2000 km weg. Toch is hier in 1993 een Amsterdammer uit de gevangenis ontsnapt en in een roeiboot gevlucht. Willem Merk heet hij, en hij kwam halfdood aan in Brazilië. Ik las het verhaal op een krantenknipsel in het geweldige museumpje van Jamestown.

Terwijl wij voor anker liggen arriveert de enige verbinding met de buitenwereld, de RMS St. Helena. Op de ochtend van aankomst heerst er grote opwinding in het anders erg slaperige hoofdstadje. Iedereen verzamelt zich op de kade en kijkt reikhalzend uit naar familieleden, poststukken, toeristen, vers fruit of een in Zuid Afrika bestelde nieuwe magnetron.

Er is geen echte haven dus de RMS blijft voor anker liggen en wordt met kleinere bootjes uitgeladen. Op de kade staan twee grote kranen. De grootste kraan kan 120 ton tillen vertelt de kraandrijver ons trots. Een paar jaar geleden mocht hij zelfs naar Duitsland om te leren hoe de kraan moet worden onderhouden. Met platte schuiten wordt de vracht overgezet. Het uitladen van alle vracht duurt twee dagen. De plek waar alle vracht aan land komt is ook de plek waar wij met ons bijbootje aanleggen. Het is een historisch plekje want alles op het eiland is ooit hier aan land gekomen of er weer vandaan vertrokken. Willem Merk, maar ook Napoleon die, in 1815, exact op deze plek aankwam op het eiland. Hij ging er 25 jaar later ook weer weg, maar toen was hij al 19 jaar dood.

We hebben het er maar druk mee. Vlakbij de ankerplek zijn een paar wrakken waar je mooi kunt snorkelen, waaronder die van de SS Papanui. Ook haal ik onze windvaan stuurinrichting helemaal uit elkaar omdat hij het niet goed meer deed. Een spannend klusje want we zijn volledig afhankelijk van dit apparaat. Dan wandelen we door adembenemend groen heuvelland, crossen met een oude Ford Mondeo door de binnenlanden langs restjes Napoleon en hangen heel relaxt in de lobby van het Consulate Hotel om te internetten en de geschiedenisboeken uit de bibliotheek van het hotel te lezen. We komen langzaam in de 'groove' van het eiland terecht. De tijd gaat erg langzaam op St. Helena, en dus vliegen de dagen voorbij.

Ik zie er al een week tegenop maar op woensdag klim ik de mast in om het voorstagprofiel vast te zetten. Een rotklusje, maar het moet gebeuren. Al wiebelend in het topje van de mast maak ik een foto van Miek die me helpt omhoog klimmen. Ik moet me aan alle kanten schrap zetten. Eenmaal beneden zit ik vol schrammen en blauwe plekken. We maken de boot klaar voor vertrek naar Ascension. Het water op het eiland smaakt vies, en vorige week hadden ze hier een E-Coli uitbraak in het leidingwater. We moeten het water eerst koken of er zuiveringstabletten bij doen. Die krijg ik van de meneer van het waterbedrijf. Iedereen heeft momenteel een hekel aan hem, want het slechte water is zijn schuld, zeggen ze. Je ziet het aan hem af. Hij geeft me een voorraad tabletten voor een paar jaar. En we vullen de tanks met muf smakend water. Op donderdag is er een run op het verse groente en fruit. We slaan onze slag en vertrekken op zaterdag. Al zou ik hier graag veel langer blijven.

De zee is groot en leeg. Vlak na ons vertekken onze vrienden van Go Beyond en A Small Nest. Ze sjezen ons voorbij terwijl wij de windvaan uittesten. Alles lijkt na een tijdje goed te werken. We zwaaien naar het prachtige silhouet van puntige rotsen dat achter ons steeds iets vager wordt. Nu zijn we alweer vijf dagen onderweg. Een beetje zenuwachtig, want het voorstagprofiel is weer losgekomen en ik ben bang dat het de fok beschadigd. Het weer is uiterst rustig en voorspelbaar. Windkracht 3 a 4 van achteren en een graad of 30. Net hebben we heerlijk in de kuip gedoucht. Nog 200 mijl naar Ascension Island. De boot vaart en wij proberen alles heel te houden. We zijn op het soort zee waar je eindeloos op zou kunnen doorvaren. Al zou er dan wel eens een visje mogen bijten in ons uiterst appetijtelijke lokaasje.

Groet van 10'06 Zuid 012'01 West
Ben

----------
radio email processed by SailMail
for information see: http://www.sailmail.com

dinsdag 20 maart 2012

Recht erop af



Sint Helena! Na 12 dagen op zee doemt uit het grote niets een gigantische rots op. Ik zie opeens iets anders dan alleen zee. Een van de meest afgelegen eilanden ter wereld, en we varen er recht op af. Dankzij satellietnavigatie is dat tegenwoordig een eitje. Toen wereldzeilers nog geen GPS hadden moet de opluchting gigantisch veel groter geweest zijn op een moment als dit.

Sint Helena is iets bijzonders. Geheel afgelegen midden op de Atlantische oceaan en zonder vliegveld. De enige manier om er te komen is met het postschip RMS St Helena. Of per jacht, zoals wij op dit moment doen. We zien het eiland al op 30 mijl afstand opdoemen. We zullen in het donker arriveren. In het licht van de volle maan zien we een stuk of acht jachten. Het water op de ankerplek is diep en we hebben al onze ketting nodig om te blijven liggen. Na twee pogingen liggen we goed. Bijna 50 meter ketting vanaf twintig meter diepte met de hand omhoogdraaien is best hard werken. Het is middernacht en het ankerbiertje smaakt extra lekker.

Groeten Ben


Terwijl we de ankerplek naderen klinkt de vrijdagavond-discobeat over het water. De eerste geluiden van Sint Helena swingen ons tegemoet. Het is verleidelijk maar we zijn moe en gaan toch maar naar bed. We willen het thuisfront graag laten weten dat we veilig zijn aangekomen. Normaal sturen we dan een sms-je, maar dat gaat hier niet. Als een van de weinige plekken op aarde is hier geen mobiel netwerk. De volgende dag verkennen we Jamestown, de hoofdstad waar we voor anker liggen. Een stadje met prachtige oude gebouwen, een ware toegangspoort en geen mobiele telefoons in het straatbeeld. De bewoners, de Saints, zijn ontzettend vriendelijk en iedereen groet iedereen op straat.


We zijn ondertussen al een week op Sint Helena. We maken lange wandelingen langs de kust en in het binnenland. Het binnenland is in tegenstelling tot de kust weelderig begroeid. Alle kleuren groen zijn er te vinden. Vanaf Diana's Peak, het hoogste punt van het eiland hebben we een prachtig uitzicht naar alle windstreken. Gisteren zijn we met een oude huurauto naar Napoleon's huizen gereden en hebben we zijn lege graftombe bezocht. Zoals je misschien weet is Napoleon in 1815 verbannen naar St. Helena nadat hij bij Waterloo verslagen was. In 1821 is hij hier gestorven. De Saints zijn blij met Napoleon, want hij heeft hun eiland op de kaart gezet. De huizen zijn nu in Frans bezit, goed onderhouden en ingericht in oude stijl. De rondleidingen worden leuk gedaan door trotse Saints. Volgens hen allen is de reden van Napoleon's sterven maagkanker geweest. Het gerucht dat Napoleon met arsenicum zou zijn vergiftigd wordt met klem ontkend.


Behalve op het eiland gebeurt er ook van alles op de ankerplaats. Eens per twee weken komt de 'RMS St Helena'. Dit postschip is voor Sint Helena de enige verbinding met de rest van de wereld. Als zij voor anker ligt is het een komen en gaan van containers, gasten en andere lading. Tussen deze drukte door is de boot van een Engelse zeiler van de oceaan terug gesleept. Hij was op eilandtoer toen zijn anker zijn grip verloor door de stroom en harde windstoten. Een andere zeiler merkte dit op en sloeg alarm. Tegen de tijd dat de eigenaar terug kwam lag zijn boot alweer veilig voor anker.

Tot slot zijn er enkele romances gaande op de ankerplaats. Een van onze vrienden heeft een lokale dame aan de haak geslagen, de ander heeft een oogje op een dame van een andere boot. Ik kan het niet ontkennen, ik ben nieuwsgierig en kijk toch net iets vaker of de ferry een of twee personen afzet. Nu bleek ik niet de enige te zijn, want andere zeilers vertelden dat ze de laatste ferry van 19.00 uur ook in de gaten hielden, 'Blijft ze slapen of wordt ze opgehaald?' Helaas op het laatste moment horen we op de marifoon, 'Ferry service, can I have a pick-up on my boat?'


Tussen al het wandelen en gluren door doen we wat klusjes. Dit gaat niet heel makkelijk want op de ankerplaats staat een behoorlijke deining die de boot enorm laat schommelen. De reparatie aan het voorstagprofiel voor de fok moet dus wachten tot de deining afneemt. Hier wachten we al een week op. Hopelijk wordt het snel rustig, want na deze reparatie kunnen we pas verder.

Groeten vanaf Sint Helena
Miek

maandag 5 maart 2012

360 graden


Van voor naar achter, van voor naar achter. Ik zit in de kuip op de stuurboord bank met mijn voeten op de andere bank. Ik moet moeite doen om op deze schommelstoel niet in slaap te vallen. De zee schommelt de boot rustig van links naar rechts. Er staat een rustig windje en de zee is in een kalme kadans. De temperatuur van 24 graden Celcius voelt aangenaam aan en boven mij wisselen de wolken elkaar snel af. Af en toe gluren de sterren nog als glinsterende diamanten door de opening in het wolkendek.

Dichtbij de kust van Afrika is het in en op het water een drukte van belang. Zo zien we grote rood-oranje kwallen voorbij drijven lijkend op hersenen maar dan wel 3 tot 4 keer een mensen hoofd. 's Nachts zijn het de dolfijnen die in het fosforescerende water de meest abstracte vormen teken en af en toe geheel groen van de fosforescentie uit het water springen. 'Hee wel opletten Joh!' roept Ben als we weer bijna een zeeleeuw aanvaren. De zeeleeuwen zijn niet vooruit te branden en dobberen op hun rug rond. Voor een haai moet dit wel een heel makkelijk hapje zijn. Maar ze luieren niet alleen want tegen de schemer zien we een groep van zo'n 100 zeeleeuwen jagen. De grote mannen voor op gevolgd door de kleintjes. Tijdens mijn wacht raak ik iets. Een doffe klap bij het achterschip en een voelbare vertraging zijn het gevolg. Met mijn hoofdlampje kijk ik achter ons maar zie niks. Bij zonsopkomst de volgende ochtend zie ik dat het windvaanroer naar achteren verbogen is, maar zij doet het nog prima. Zou het een zeeleeuw zijn geweest?

Naarmate we de kust verder achter ons laten wordt het warmer. Elke nacht is het weer een graadje warmer en kunnen de truien overdag uit. De wind varieert tussen de 8 en 18 knopen en de zee is rustig en super-blauw. We gaan niet heel hard vooruit omdat we onze Genua, een grote fok hebben geruild voor de veel kleinere High-Aspect fok. De Genua is in Kaapstad voor reparatie geweest, maar helaas is het er niet beter van geworden. De tocht van zo'n 500 mijl naar Namibië heeft gaten in de Genua laten vallen. In Luderitz hebben we een dag besteed aan plakken en naaien, maar besloten dit zeil te sparen en onze kleine fok weer te gebruiken. Dit houdt ons meteen ook bezig want het loont nu sneller de moeite om de gekleurde Gennaker, een licht-weer-zeil te hijsen.

En al schommelend en zeilen wisselend zijn we onder Nederland door gezeild. Na 967 dagen zijn we onze vertrek-lengtegraad gekruist en hebben we de 360 lengtegraden van de aarde bevaren. De Pinquin heeft een extra schouderklopje gekregen. We zijn er nog niet maar ook dit voelt als een mijlpaal. En vannacht zal de Pinquin van het Oostelijk halfrond af weer het Westelijk halfrond op glijden.

Feestelijke groeten vanaf 19' 46,1 Z 001' 31,9 O
Miek

----------
radio email processed by SailMail

donderdag 1 maart 2012

Diamant heet dat

Alles glinsterde in het schrale licht van een heel dun maantje. Het water in de haven, maar vooral het stof dat we uit onze haren en kleding kloppen. Het is diamantstof en het is overal in Luderitz. Zelfs de haven ligt vol met diamantstofzuiger-schepen. Grote en kleine boten die met lange slangen grind van de bodem opzuigen en de diamanten eruit vissen. Het stof in onze haren komt uit de woestijn. Een echte woestijn dit keer, met gigantische zandduinen en rondwaaiend stuifzand dat overal in gaat zitten. Ook in je oren en je onderbroek.



Eerst een bezoek aan het spookstadje Kolmanskop, een verlaten diamantdorp. Kolmanskop is een werkstadje dat langzaam door het zand wordt opgevreten. We konden er niet genoeg van krijgen en zijn er uiteindelijk als allerlaatste bezoekers uitgeveegd. Een paar gebouwtjes worden in stand gehouden, de rest staat sinds de jaren vijftig leeg en is op een prachtige manier ten prooi gevallen aan het zand. Ik stond er opeens in een authentiek Duitse gymnastiek- annex balzaal, waar in 1920 wekelijks dansavonden werden gehouden. Buiten overal zand. De notariswoning is half verdwenen onder een zandduin.



Die middag kwamen Jelle en Floor aan in Luderitz. Zij vertrokken met hun boot Libis bijna op exact hetzelfde tijdstip als wij uit Amsterdam. Ze hebben hun schip in Australie verkocht en trekken nu met een dikke landrover door Afrika. Het is erg leuk om ze weer te zien en we hebben een hoop bij te praten. We trekken met de rode Landrover de woestijn in. Gewapend met een wegwerp BBQ en koude pils om op een zo mooi mogelijk plekje tussen de zandduinen te gaan braaien. Dat mag eigenlijk niet want aan beide kanten van de (enige) weg is een SPERRGEBIET!! Daar mag je niet komen omdat er diamanten liggen. Vroeger kon je die hier in het maanlicht gewoon zien liggen en oprapen. Tegenwoordig moeten ze wat meer moeite doen om de glimmende pronkstenen te vangen. Het heet ook echt 'Sperrgebiet' want het was hier vroeger Duits. De braai in de woestijn verwaait maar we borrelen in de luwte van een verlaten huis. Het is een enkel huis midden in de woestijn. Op een vervallen bord staat 'Grassplatz'. Een surrealistische plek en het biertje smaakt uitstekend.



Vroeger was er een tv-serie van Herman van Veen. Daarin woonde hij met zijn vrienden in een molen. Daar hing een schilderij van de woestijn. Dat schilderij was bijzonder want je kon erin stappen. De woestijn waar je dan in uitkwam is dezelfde als waar wij de zon zien ondergaan. Prachtig rood licht strijkt over gigantische zandduinen. Het is bijna alsof we op zee zijn want alles beweegt en de duinen kruipen als trage golven achter de wind aan. Gelukkig lopen er geen langharige muzikanten op sandalen door ons prachtige avonduitzicht.



Nu is het vijf dagen later en zijn we op volle zee, 400 mijl van de kant. Gigantische zandduinen in de middagzon, dat is ons laatste beeld van land. Een gordijn van mist trekt het hoofdstuk Afrika achter ons dicht en we kruipen diep weg in onze zeilpakken. Elke dag wordt het ietsje warmer. Het diamantstof is wel uit onze oren verdwenen. De zee is mooi rustige we hebben windje mee. Na een dag en nacht met mist zeilen we nu onder een heldere hemel. Het dunne maantje is wat dikker geworden en de glinsterende sterren houden ons in diamantenstemming.

groet
Ben
----------
radio email processed by SailMail